308 -
Omtrent de grootte der afstanden tusschen de onderdeelen der voor
hoede bewaart de L. B. Y. een volkomen stilzwijgen punt 72 geeft alleen
op de factoren, welke op die afstanden van invloed zijn. De sterkte
van de afzonderlijke afdeelingen en de gesteldheid van het terrein,
blijkende uit de kaart, treden hierbij op den voorgrond.
Er bestaat bij sommigen eene neiging om de afstanden overmatig groot
te nemen, uit vrees, dat de volgende afdeelingen anders ontijdig onder
krachtig artillerievuur zouden komen. De schootstafelgegevens van het
snelvuurgeschut hebben op dezen klaarblijkelijk een diepen indruk ge
maakt. Zij zullen zich misschien beroepen op de afstanden, welke het
nieuwe Duitsche velddienstvoorschrift tusschen de onderdeelen der voor
hoede wenschelijk acht doch dan mogen zij niet vergeten, dat een
Duitsch bataljon met ruim 1000 geweren uitrukt, daarentegen een Ne-
derlandsch-lndisch bataljon met nog geen volle 600.
Aanvankelijk voert de marschweg door kampong's; later ook door
stukken open terrein, waarbij geklommen wordt. Juist hier moeten de
afstanden ruim genomen worden, zonder dat daardoor kans op afsnijding
van de volgende afdeelingen mag bestaan.
Zoo redeneerende, komt de voorhoedecommandant tot de afstanden
in het voorhoedebevel genoemd.
Yerder moet de voorhoedecommandant zijne cavalerie, artillerie, ge
nietroepen en de in deze onderstelling organiek tot de brigade behooren-
de mitrailleurs onder de onderdeelen der voorhoede verdeelen.
Yan het peloton cavalerie zal hij eene patrouille, bv. 1 onderofficier
en 4 ruiters, bij zich houden, om uit te zenden, wanneer hij, ten ge
volge van ingekomen berichten of onvoorziene omstandigheden, zulks
noodig vindt.
Het gros van het peloton gaat echter beveiligend vooruit en hier zal
het aanbeveling verdienen het te stellen onder de bevelen van den com
mandant van den voortroep. Immers, ten opzichte van den hoofdtroep-3
bataljons vormen voortroep en cavalerie te zamen het beveiligende gedeel
te, waarvan de cavalerie belast is met het uitkijken en waarnemen en de
voortroep met het bieden van tegenstand, wanneer de tegenpartij opdringt,
of met de inleiding tot het gevecht, de verkenning door vuur, wanneer
de weg door de tegenpartij bezet blijkt. Cavalerie en voortroep vullen dus
elkander aan; het optreden van den voortroep sluit onmiddellijk aan bij
dat der cavalerie en is van de uitkomsten hiervan in menig opzicht
afhankelijk. Cavalerie en voortroep moeten voortdurend verbinding met
elkaar houden en een en ander wordt alleen verzekerd door ze onder één
commandant te stellen. Natuurlijk speelt de verhouding van de sterkte
der voorhoedecavalerie, tot die der voorhoedeinfanterie hierbij een groote
rol, doch als regel zal de voorhoedecavalerie heel zuinig berekend zijn,
omdat de verkenningsdienst het meeste eischt.
De afdeeling bergartillerie marcheert achter het voorste bataljon van
den hoofdtroep, met sectiën infanterie tusschen de batterijen tot ver
hooging van hare veiligheid. De breedte van den weg maakt het mogelijk,
dat de batterijen marcheeren in gesloten colonne met sectiën, met kleine
1) Felddienstordnung, 172. Zie ook Wetenschappelijk Jaarbericht der Yereeniging
t. b. v. d. Krijgswetenschap 1908-1909 blz. 132.