- 309 tusschenruimten tusschen de stukken, waardoor de diepte der colonne aanmerkelijk verminderd wordt. De genietroepen kunnen bij den voortroep of bij den hoofdtroep worden ingedeeld. Hun werkkring maakt indeeling bij den voortroep wenschelijk en hier is de voortroep van zoodanige sterkte, dat de aanwezigheid van genietroepen geen bezwaren kan opleveren. Overigens zal de commandant eener veiligheidsafdeeling de aanwezigheid van genietroepen niet altijd even aangenaam vinden. De dragers en de voertuigen van hun gevechts- trein kunnen bij een sterk opdringen van den vijand zeer hinderlijk worden en wanneer de manschappen tot overmaat van ramp dan nog uit.rst gebrekkig gewapend zijn, zooals met de Nederlandsch-Indiscbe genietroepen het geval is, zoodat zij noch in hunne eigen beveiliging, noch in die van hun gevechtstrein kunnen voorzien, dan zal men ze bij de veiligheidstroepen liever zien gaan dan komen, al worden hunne diensten op hoogen prijs gesteld. De gebrekkige bewapening van onze genietroepen zal dus meermalen tengevolge hebben, dat zij niet zoover naar voren worden ingedeeld, als hunne bestemming wel wenschelijk maakt en zelfs in gevallen, als het hier besprokene, kan het voorkomen, dat een Nederlandsch-Indische voorhoedecommandant een voortroep ter sterkte van een bataljon niet wil bezwaren met eene compagnie genietroepen, die met haar gevechts trein nog altijd eene diepte van 110 M. in de marschcolonne beslaat. Mitrailleurs, in het algemeen de zeer beweeglijke vuurreserve in de hand van den bevelhebber, zullen als regel niet dadelijk in het begin van een ge vecht optreden. Alleen in den aanvang van een ontmoetingsgevecht, waar de tegenpartij zich soms erg blootgeeft, en wanneer punten van belang voor de ontwikkeling van voorhoede en hoofdcolonne bezet en vastge houden moeten worden, kunnen zij succes hebben. Hunne snelheid maakt het echter niet noodig ze daarom ver naar voren in te deelen, waardoor de voorste infanterieafdeelingen in hare ontwikkeling gehinderd kunnen worden 2). De mitrailleurcompagnie komt dus achter de infanterie. Het zal de aandacht getrokken hebben, dat in afwijking van L. B. V. 70 zich geen verbandsectie bij de voorhoede bevindt. De Bevelhebber heeft echter de verbandsectiën 2 K.M. achter de hoofdcolonne laten volgen, om de diepte van het geheel en daarmede de kans op een flankaanval. te verminderen. Het voorhoedebevel luidt nu als volgt: Inf. Br. 2 Paadjang, 26 Mei 1909, 5 u. v. m. No Yoorhoedebevel voor den 26sten Mei 1909. Troepenindeeling. 1. 's Vijands hoofdmacht is nog 1. Yoorhoedecavalerie. bezig zich bij Magelang te verza- Commandant: Luitenant B. melen. Eene vijandelijke afdeeling, 1) Echter kan een deel der veld uitrusting tijdelijk meer achterwaarts ingedeeld worden. Hieromtrent treedt de voorhoedecommandant in overleg met den commandant van G. 1. 2) Merkwaardigerwijze laat zich het nieuwe Duitsche velddienstvoorschrift niet uit over de plaats der mitrailleur afdeelingen in de marschcolonne.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 321