311 De eerste linkerflankdekking. Aan de eerste flankdekking is opge dragen stelling te nemen bij Tjandi Doekoeh, waar, te oordeelen naar de kaart, een gunstig schootsveld verwacht kan worden^). Het komt er voor deze flankdekking op aan, den te Salatiga gemelden vijand vóór te zijn, zoodat haar commandant uitziet naar middelen, om den marsch zijner troepen te versnellen. Het marschbevel ontvangt hjj tusschen 4 en 4.30 v.m. en wanneer hij zich in den toestand goed ingedacht heeft, zal het te laat zijn, om nog bijtijds voor het bevolen uur van afmarsch 6 u. v. m. een genoegzaam aantal voertuigen bijeen te hebben. Gelukkig heeft de Bevelhebber dit voorzien en tijdig 100 dos-a-dos en deelemankarren, bespannen met 2 paarden, laten ver zamelen tegelijk met het marschbevel ontvangt de commandant der eerste linkerf ankdekking de mededeeling, dat deze voertuigen te 5 30 v.m. op den weg naar Banjoe Biroe, ter hoogte van het kampement, tot zijne beschikking zullen zijn Hij is nu in staat, althans een gedeelte zijner infanterie met eenige snelheid vooruit te zenden. Bij die infanterie voegt hij zijn half peloton cavalerie en de mitrailleurcompagnie. Een detachement van deze samen stelling kan te Tjandi Doekoeh een uit de richting van Salatiga op- dringenden vijand geruimen tijd tegenhouden, in elk geval lang genoeg, om 'het tweede echelon, het overige gedeelte der flankdekking dat te voet gaat, bijtijds te doen aankomen. Het zal een punt van overweging uitmaken, of hij ook zijne sectie genietroepen met de voertuigen zal laten vervoeren. Wanneer de tegen partij vroeg opdringt, heeft hij meer aan de geweren zijner infanterie, dan aan de gereedschappen der genietroepen, die, weerloos als zij zijn, zich zelfs geen cavaleriepatrouille van het lijf kunnen houden. Daarentegen moeten de genietroepen werkzaam zijn tot verhooging van het weerstands vermogen der in te nemen stelling en hoe eerder zij ter plaatse zijn, des te beter, zoodat de commandant ten slotte beslist, dat ook de sectie genietroepen bij het eerste echelon ingedeeld zal worden, maar zonder gevechtstrein. Alleen de springmiddelen worden medegenomen om nood zakelijke vernielingen dadelijk uit te kunnen voeren. Evenzoo neemt de infanterie graafgereedschap in de voertuigen mede. Zelf gaat de commandant met het eerste echelon om de in te nemen stelling te bepalen. Hij geeft dus het volgende bevel uit: Inf. Br. 1. Kampement Willem I, 26 Mei 1909 5 u. v. m. Bevel voor de 1ste linkerflankdekking voor 26 Mei 1909. Troepenindeeling. s Vijands hoofdmacht is nog 1. Eerste echelon. bezig zich bij Magelang te ver zamelen. Eene vijandelijke af- 1) Misschien is de Bevelhebber der Blauwe troepen niet geheel onbekend met de ge schiedenis van Java's opvolgende verdedigingsstelsels en weet bij, dat eenige tientallen van jaren ge eden een veldwerk bij Tjandi Doekoeh, in verband met de R. Pening, de vesting Willem I en Je zg. Toentang-sltlling, verlangd werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 323