- 315 do diepte noodig was. Trouwens, hardnekkigon tegenstand, d. w. z. tegenstand tot het uiterste, boden de Boeren als regel niet. De commandant heeft nu met behulp van de gegevens van het marsch- bevel het tijdstip bepaald, waarop de staart van de hoofdmacht voorbij Kaloerahan is, dat is de plaats, waar de weg van Banjoe Biroe op den grooten weg Omba Rawa Magelang uitkomt, en hij gaat na, hoeveel tijd zijn detachement noodig heeft om van Tjandi Doekoeh uit Kaloerahan te bereiken. Uitgaande van deze twee gegevens, bepaalt hij het oogenblik, waarop zijne troepen Tjandi Doekoeh verlaten. In het marschbevel wordt spoedige hereeniging met de hoofdmacht gelasr, waaruit volgt, dat de flaukdekking het liefst gelijktijdig met den staart der hoofdmacht bij Kaloerahan moet aankomen. In verband met de bestemming der flankdekking is dit echter niet gewenscht, zoolang een opdringen van vijandelijke afdeelingen over Tjandi Doekoeh Banjoe Biroe in de richting van Kaloerahan voor de hoofdmacht hinderlijk kan worden. In het geval, dat de cavaleriepatrouilles melden verbinding met do eigen cavalerie te Blotongan verkregen te hebben en dat 's vijands troepen te Sabitigh zich niet verroeren, zal de commandant der flankdekking de hieronder volgende beschikkingen nemen Hij ontruimt zijne stelling op zoodanig tijdstip, 1) dat zijne troepen ongeveer gelijktijdig met den staart der hoofdmacht Kaloerahan bereiken. Wordt hem gedurende den terugmarsch bericht, dat de vijandelijke troepen snel volgen, zoodat kans bestaat, dat zij bijna tegelijkertijd met zijn detachement Kaloerahan zullen bereiken, dan neemt hij onderweg wederom eene stelling in. De uitvoering dezer beweging zal bevorderd worden, wanneer hij een gedeelte zijner infanterie op de voertuigen met de mitrailleurs vooruitzendt naar een punt, dat volgens de kaart het beste voor eene wellicht noodzakelijke tweede stelling geschikt is, bv. bij Ngrapah. De tweede linkerflankdekking. De commandant der tweede üankdek- king handelt naar dezelfde beginselen als die der eerste 5 daar hij echter niet over voertuigen beschikken kan, begint hij met dadelijk alleen zijne cavalerie uit te zenden naar het te bezetten punt, om van daar uit in oostelijke richting te verkennen. Wanneer die cavalerie niet zoo zwak was, nl. slechts peloton, zou het aanbeveling verdienen, haar een paar mitrailleurs mede te geven. De beschikkingen van don commandant der tweede flankdekking worden verder aan den lezer ter overweging gegeven. 1) Door den lezer te bepalen. 2) Volgens de kaart is de weg Tjandi Doekoeh Banjoe Biroe - Kaloerahan slechts een paardenpad. In werkelijkheid is hij bruikbaar voor voertuigen, hetgeen alweer wijst op de noodzakelijkheid de kaart steeds aan het terrein te toetsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 327