318 korporaal en Inlandsch sergeant en f 1,20 voor een Inlandsch korporaal) geen belooning van beteekenis is en moge het geheele bedrag, dat ter beschikking gesteld is, niet groot zijn, dit zij een reden te meer om er een zoo goed mogelijk gebruik van te maken. Het goede kader krijgt thans te weinig, terwijl een betrekkelijk groot gedeelte wordt opgestreken door menschen die er niet voor in aanmerking hadden mogen komen. Dit alles is in de eerste plaats het gevolg van het feit, dat het kader, dat bij de Depot-Bataljons geplaatst werd, niet voldoet aan de hooge eischeh, die gesteld worden in bovengenoemde leidraad en in de Algemeene Order van 1907 No 55 en voorts aan de omstandigheid dat te lang gewacht wordt met onge schikt kader voor te dragen voor overplaatsing naar een veld bataljon Waar art. 15 van bovenaangehaalde Alg. Order voorschrijft dat kader, hetwelk op den duur niet voldoet of weinig lust toont voor het onderricht aan recruten, moet worden voorgedragen voor overplaatsing, mag m. i. hiermede niet te lang gewacht worden. Een maand is meer dan voldoende om te zien of een persoon berekend is voor zijn taak, dan wel of er voldoende in den man zit om hem onder goede leiding binnen niet al te langen tijd ge schikt te maken. Blijkt een en ander niet het geval te zijn dan worde hij onher roepelijk voorgedragen voor overplaatsing. Hij komt op het eind van het jaar ook niet in aanmerking voor eene gratificatie. Natuurlijk zullen, zoodra een dergelijke regeling in werking treedt, in den beginne de noodige overplaatsingen er van het ge volg zijn, maar eindelijk zal een toestand komen waardoor vol daan kan worden aan de bepaling, dat het bij de Depöt-Bataljons ingedeelde kader zoo min mogelijk wordt overgeplaatst. Teneinde tot dien toestand te geraken is in de eerste plaats noodig de medewerking van alle compagnies-commandanten niet tot Depöt-Bataljons behoorende, die opdracht krijgen kader over te doen gaan bij een dergelijk korps. tiet moge onaangenaam zijn om misschien den besten sergeant of korporaal der compagnie te moeten afstaan, maar het is een dure plicht, die ten slotte in hun eigen belang zal zijn. Immers door goed liever het beste kader af te staan, zal de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 330