319 - opleiding des te beter zijn en krijgen zij later ook een beter ge halte soldaten te hunner beschikking. Het gaat hier om iets anders dan bijdenescadrons-commandant, die er weinig voor voelt zijn beste paard te moeten afgeven aan een Infanterie-officier. Hij is voorloopig het dier kwijt en mocht hij het terug krijgen dan heeft hij kans, dat het in de soep gereden is. De compagnies-commandant die zijn beste sergeant afstaat, krijgt daar iets anders voor in de plaats, nl. betere soldaten voor het Leger, waaruit weer beter kader gerecruteerd wordt. Bij de keuze voor e ene plaatsing bij een Depot-Bataljon, dient er in de eerste plaats op gelet te worden of de man geschikt zal zijn voor de taak die hem wacht. Een onderofficier of korporaal die te velde uitstekend voldeed, doch geëvacueerd wordt, behoeft nog niet geschikt te zijn om een klas recruten op te leiden. Toch deden zich herhaalde malen gevallen voor dat dergelijk kader hier geplaatst werd. Lust en ijver ontbraken geheel, de menschen worden ontheven van hun emploiement als instructeur, werden gebruikt voor week- en wachtdienst, verveelden zich in den hen veel te ruim toegemeten vrijen tijd, en brachten dien vrijen tijd in de cantine door, waarvan maar al te dikwijls het gevolg was, dat zij tengevolge van te veel drankgebruik gestraft werden. Een ander gegradueerde weer wordt geplaatst bij een Depöt- bataljon, omdat hij zooveel jaar buiten straf is, alsof dit alleen een reden is om hem geschikt te doen zijn voor hetgeen van hem geëischt wordt. Ook wordt meermalen kader, zoo van de kaderschool afkomstig naar hier geplaatst. Dergelijk „schoolkader" behoeft nog geen geschikt kader voor recrutenopleiding te zijn. Maar niet alleen met de geschiktheid moet rekening gehouden worden. Vooral ook op 't feit of de man genegen is voor de opleiding van recruten, dient gelet te worden. Iemand die pleizier heeft in dat werk, die er veel voor voelt, heeft voor de helft al de geschiktheid. Mijns inziens zou het dan ook zeer wenschelijk zijn, dat bij het hoofdbureau der Infanterie een aanbevelingsregister werd aangehouden van kader dat geschikt en genegen is om in aan merking te komen voor eene plaatsing als instructeur bij een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 331