- 336 opgelegde straffen. Zoolang echter bij de eerst uit te brengen beoordeeling niet een extract-strafboek wordt overgelegd over den 2en luitenants rang, wordt dat doel niet bereikt. 15 (1). Voor het gemak van afdeelings- (gewestelijk militaire-) com mandanten ware te bepalen, dat onder die vier officieren ook gerekend moet worden de le (c.q. 2e) beoordeelaar. 15 (2). Hierbij behoort een verwijzing naar 30 (1). 20 (1). Om te voorkomen dat afdeelings- of gewestelijk militaire com mandanten gedwongen worden tot het maken van uittreksels uit de brieven, waarin de afdoeningen der beoordeelingen door de wapen- (dienst-) chefs opgenomen zijn, verdient het aan beveling de afdoening der beoordeelingen van eersten beoor deelaar en van diens ondergeschikte officieien elk in een af zonderlijk schrijven op te nemen. De geheime bescheiden van een officier, die vóór de afdoening zijner beoordeeling overgeplaatst wordt, zouden ingevolge het bepaalde bij 5 (7) onmiddellijk na zijn vertrek verzonden moe ten worden, terwijl 40 (1) voorschrijft dat indien niet on vermijdelijk geen beoordeelingslijsten teruggezonden worden vóór de afdoening. Aangezien een chef echter eerst na de afdoening de bepalingen vervat in 5 behoorlijk kan nakomen, moeten o. i. de geheime bescheiden aangehouden worden totdat de afdoening bekend is. Dit'alles zou weer vermeden kunnen worden, wanneer zoo als vroeger door ons betoogd de beoordeeliDgen opgemaakt worden bij verwisseling van eersten beoordeelaar. 21 (5). Aan deze alinea dient toegevoegd te worden: Afschriften van de nota's ingevolge 37 (4) worden hierbij niet overgelegd 25 (2). Deze onderschriften in rooden inkt vloeien voort uit de in 20 (1) bedoelde „op de beoordeelingslijsten gestelde aanteekeningen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 348