- 338 - 36 (1). Ook ware in kolom 4 op te nemen de geschiktheid voor de tacheering bij een ander Wapen. 36 (3). In verband met 36 (8) dient o. i. de geschiktheid voor leeraar in de krijgskundige vakken aan de Hoogere Krijgsschool toe. gekend te worden door den Commandant van het Leger. 36 (5). Komt in kolom 4 van de beoordeelingslijst van een len Lui tenant der Genie te staan: „Heeft nog geen dienst gedaan bij de Genietroepen", dan moet dit in verband met 22 (9) be schouwd worden als een ongunstige aanteekening en daarvan den betrokkene afschrift worden verleend. 37 (4) noot G). Aan de bepaling, dat bedoelde nota's aan de beoordeelings- lijsten moeten worden gehechtwordt dikwijls niet voldaan. 37 en 38. Wenschelijk ware het, dat de 4e en 5e alinea van 37 en de laatste alinea van 38 onder een nieuw hoofd „Nota" bij eengevoegd werden, en die alinea's dan te laten volgen op 39. Deze alinea's behooren o.i. niet thuis in de 37 en 38, om dat daar om elke verwarring te voorkomen alleen sprake mag zijn van de wijze van invulling van de kolommen 5 tot en met 8. Eveneens dienen de laatste twee alinea's van 37 en de zesde alinea van 38 overgebracht te worden naar 39 onder het hoofd Achterbladterwijl 29 (1) zie hiervoren moet volgen op 38 (4). 37. Als laatste alinea dient aan deze paragraaf toegevoegd te worden, dat wanneer de beoordeelde zijn hoogsten rang heeft bereikt (dirigeerend paardenarts, majoor-kwartiermeester enz.), kolom 5 met een streep wordt ingevuld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 350