339 -
38 (4).
Wil men blijven handelen in den geest van de Instructie, dan
moet o. i. het kenschetsen van de beoordeelden geschieden ten
opzichte van het peil, dat voor hunnen rang als normaal moet
worden aangenomen.
88 (7).
De zinsnede„waarin in het hijzonder gelet moet worden op de
eigenschappen en hoedanigheden onder 34 (1) vermeld" moeten
uit deze alinea vervallen, omdat het natuurlijk de bedoeling is,
dat steeds verwezen wordt naar de op het achterblad gestelde
toelichtingen of aanteekeningen en naar de bijgevoegde nota
37 (4).
42 (1).
Het zal toch wel de bedoeling zijn, dat de nota 37 (4) ook
overgelegd wordt, zooals deze door den laatsten beoordeelaar zou
zijn gesteld of goedgekeurd is?
Was bij 41 (5) der Alg. Order 1905 No. 133 bepaald, dat me
mories van rechtvaardiging niet toegelaten werden naar aanleiding
van tekortkomsten in kolom 3, welke geen invloed hadden op de invul
ling van kolom 5, thans zullen naar aanleiding van die tekort
komsten, indien zij gehandhaafd zijn gebleven in de beoordeeling,
de noodige memories binnenkomen. Heeft het vorige Legerbe
stuur dit wel overdacht bij de samenstelling van de nieuwe in
structie? Ware het niet beter geweest als overgangsmaatregel
te bepalen, dat dergelijke memories niet toegelaten worden?
Aan het einde gekomen van onze beschouwingen omtrent de
nieuwe wijze van beoordeeling bij het Nederlandsch Indische
Leger, voelen wij behoefte om de algemeene meening te weer
spreken, dat alles wat men in periodieken schrijft, boter aan de
galg gesmeerd is. Reeds thans hebben wij opgemerkt, en dat
stemt ons natuurlijk tot vreugde, dat aan onze beschouwingen
in de afleveringen 12 van 1909 en 2 van 1910 aandacht werd
geschonken. Moge dit onze kameraden leiden tot het in geschriften
bekend stellen van hunne meeningen omtrent door hen in de
praktijk opgedane ervaringen van in ons Leger noodig geachte
verbeteringen.