- 341
llo. In een bij den Wapen- (Dienst-) chef aan te houden
register wordt aanteekening gehouden, voor welke speciale
betrekkingen een officier aanbevolen wordt, welke getuig
schriften hij heeft en hoe de uitslag is geweest van eventueele
detacheeringen.
12o. Na de afdoening zendt de Wapen-(Dienst-) chef aan den
beoordeelde door tusschenkomst van degenen die hem be
oordeelden een afschrift van de ongunstige aanteekeningen
c.q. onder vermelding van de feiten, waarop zij berusten. Hierop
kan de beoordeelde een memorie van rechtvaardiging indienen.
13o. Memories van rechtvaardiging worden door den betrok
kene gezegeld verzonden aan zijn vorigen korpscommandant,
die na bijvoeging van toelichtingen voor verzending zorg draagt.
14o. De Wapen- (Dienst-) chef dient, zoodra dit noodig is, den
Legercommandant advies omtrent:
a. Officieren die in aanmerking moeten worden gebracht
om onmiddellijk of wel na volbrachten diensttijd het Leger te
verlaten.
b. Kapiteins dit geschiedt in den regel na volbrachten
diensttijd en hoofdofficieren, aan wien medegedeeld moet
worden, dat zij ongeschikt zijn en blijven voor bevordering.
c. Officieren, die in aanmerking komen voor bevordering.
15o. Voordracht van den Commandant van het Leger met
advies van den Wapen- (Dienst-) chef worden gezonden aan den
Gouverneur-Generaal, die ter zake beslist.
16o. De bevordering tot kolonel afdeelings- tevens brigade
commandant geschiedt bij keuze uit de luitenant-kolonels
van alle wapens en van den generalen staf, waartoe elk daar
voor in aanmerking komend luitenant-kolonel in de gelegen
heid gesteld moet worden om zich daarvoor te bekwamen.
S.