843 waarmede men zich volgens Hertz e. a. alle voorwerpen moet denken te zijn doortrokken. Het voornaamste onderscheid der golven is de golflengte, d. i. de totale lengte van een afzonderlijke golf, want waar bij de electrische golven de kleinste golflengte een 3 c.M. bedraagt, is deze bij de merkbare warmtestralen veel en veel kleiner en zelfs bij de zichtbare lichtstralen kleiner dan 1 micrometer (1/1000 m. M.). Overigens hebben de electrische golven alle ei genschappen van lichtgolven als breking, terugkaatsing, pola risatie, interferentie en buiging. Daar er dus in wezen geen verschil bestaat tusschen deze golven, zou men de electrische golven kunnen beschouwen als een kleur van het licht, dan wel het licht als een soort electrische golf. De electrische golven bestaan uit transversale trillingen van den ether, d. w. z. de trillende beweging staat loodrecht op de voorplantingsrichting, evenals bij lichtgolven het geval is, in tegenstelling met de geluidsgolven, die longitudinale trillingen hebben en dus de trillende beweging in de richting van de voortplantingssnelheid is. Bij de D. T. worden golflengtes toegepast van eenige H. M. tot eenige K. M. Het is zeer goed mogelijk kleinere golflengtes te maken, maar deze zijn bij de D. T. niet te gebruiken, daar de buiging n. 1. evenredig is met de golflengte, en buiging natuurlijk voordeelig is in verband met het overbruggen van terreinhindernissen, en het volgen van de oppervlakte der aarde. Daarentegen kan men de golflengtes ook weer niet te groot nemen, omdat men gebonden is aan de lengte van het lucht net, die verband houdt met de golflengte. De voortplantingssnelheid der golven d.i. het product van golflengte en het aantal trillingen per secunde is gelijk aan de snelheid van het licht, dus 3 X 1010 c.M. of 300.000 K. M. per secunde. Voor een golflengte dus van 1500 M. is het aantal trillingen per secunde 200.000. Omdat nu de voortplantingssnelheid con stant is, zou, indien men de golflengte steeds grooter nam, het aantal trillingen steeds kleiner worden. En daar nu de in ductieverschijnselen evenredig zijn met den trillingstijd (de snelheid van verandering) en dus ook met het aantal trillingen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 355