345
b (zie fig 1) een zekere electrische spanning. Is bij opgevoerde
lading die spanning eindelijk zoo groot, dat ze de vonkopening
a. b. kan overwinnen, dan springt een vonk over, en de con
densator ontlaadt zich, d. w. z. de positieve electriciteit vloeit van
de eene bekleeding over a. b. naar de andere en neutraliseert
daar de aanwezige overmaat van negatieve electriciteit.
De in de keten aanwezige zelflnductie werkt nu echter als
een soort van traagheid en veroorzaakt, dat die eerste ontla-
dingsstroom, ook nadat alle overmaat van negatieve electriciteit
op de tweede bekleeding is geneutraliseerd, toch nog een tijdje
in dezelfde richting doorgaat, en dus te veel positieve electri
citeit doorvloeit met het gevolg, dat nu de onderste bekleeding
positief geladen wordt, de bovenste negatief. Het volgende
oogenblik echter vloeit weer positive electriciteit van b naar a,
enz. en men krijgt een heen- en weergaanden (oscilleerenden)
stroom, evenwel van steeds verminderende intensiteit, totdat
eindelijk de evenwichtstoestand is ingetreden, en de condensator
geheel ontladen is. De oscillatorische ontlading wordt spreken
der, wanneer in de keten een spiraalvormige winding, dus een
winding met veel zelflnductie wordt opgenomen.
De vonk is sterker naarmate de zelflnductie van den stroom
kring en ook naarmate de capaciteit van den condensator grooter
is. De capaciteit is een maat voor de hoeveelheid electriciteit,
die op een condensator gebracht moet worden, om een bepaalde
spanning te verkrijgen. De lengte van een golf nu is afhan
kelijk van de capaciteit (C) en de zelflnductie (L) van de keten
van fig 1. Deze C en L zijn veranderlijk, respectievelijk door
middel van een draaibaren condensator met veranderlijke capa
citeit, en door inschakeling van min of meer windingen, zoodat
het duidelijk is, dat aan de golven bepaalde lengtes kunnen
worden gegeven.
De vermindering van de intensiteit der slingerende vonkont-
lading noemt men de demping. Deze is ook afhankelijk van
den weerstand van de stroomketen, welke weerstand om ver
schillende redenen klein moet worden gehouden. Terwijl vroeger
nu met groote tusschenpoozen telkens een krachtige, sterk ge
dempte impuls (de op elkaar volgende uitgezonden groepen van
electrische golven) werd gegeven, en de golven zich in het lucht-