349 - en een daaraan verbonden gesloten keten, bestaande uit een zelfinductie, een telefoon en een detector. Dit laatste is een instrumentje, dat berust op de thermowerking van twee metalen, of kool en een metaal. Deinden luchtdraad opgewekte oscillee- rende stroomen zullen de contactplaats verwarmen, waardoor een electro-motorische kracht wordt opgewekt (effect van Seebeck), die, daar de verwarming de sterkte der wisselingen van den oscilleerenden stroom volgt, eveneens die wisselingen volgen zal (deze electro-motorische kracht zal steeds in dezelfde rich ting werken, en de telefoon wordt dus doorloopen door een gelijkstroom, die steeds van sterkte verandert). Hierdoor zal in de telefoon een toon worden voortgebracht. Wordt de detector, een z.g. droge cel, door te sterke stroomen doorloopen, (groote energie van een station, dat op korten afstand aan het geven is,dan wel atmosferische electriciteit, waarover later), dan treedt op de contactplaats een soort samensmelting op en de gevoeligheid is verminderd; de detector werkt niet meer. Men behoeft nu slechts even het contact te verbreken, en weer aan te drukken, om den detector zijn vroegere gevoeligheid terug te geven. Voor het transport is een arreteering gewenscht, die het mogelijk maakt, het contact voortdurend te verbreken. In fig 6a is de ontvanginrichting voorgesteld, wanneer men een handel zet op lange golven, fig 6b op korte golven. Het verzetten van dezen handel is afhankelijk van de golflengten, die men ontvangen wil. Het voordeel van fig 6b (vliegwielschakeling) bestaat daarin, dat met behulp van een condensator de verlengingszelfinduc- tiespoelen (tot regeling der golflengte), kleiner kunnen worden dan bij normale schakeling. De condensator C dient voor verblokking, d.i. belet de aan komende snelwisselende stroomen direct door de telefoon te gaan, want daardoor zouden die snelwisselende stioomen veel van hun energie in de telefoon verliezen. Opmerking. Voor een goede overbrenging van berichten schijnt een goede aardverbinding onontbeerlijk te zijn. In hoog terrein, waar men niet gemakkelijk het grondwater bereiken kan, en in 1. M. T. 1910. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 361