860 - In 't dagelijksch leven gaat het evenzoo en zullen wij, luite nants, over 't geheel liever bij een collega gaan dineeren, dan bijv. bij een hoogen Chef. Dit ligt zeer voor de hand, want men voelt zich in zijn be wegingen minder vrij en meer gedwongen, wanneer een hoog geplaatste zich in ons midden bevindt, omdat maar weinigen zooveel vrijmoedigheid bezitten om hierdoor niet in hun doen en laten belemmering te ondervinden. Een sterk sprekend staaltje voor deze theorie is van recenten datum n. 1. de bootgelegenheid, waarmede de Gouverneur-Gene raal Iclenburg naar Indië kwam. Juist omdat deze autoriteit de kunst verstond aan 't voren staande te gemoet te komen en de medereizigers op juiste oogenblikken wist te doen vergeten dat de landvoogd aan boord was, werd dit als een bijzonderheid zoo in hooge mate gerele veerd. Deze kunst van neerdalen tct de lageren, zal ik 't maar noemen, is daarom zoo moeilijk, omdat men nimmer mag ver geten, dat men een volgend oogenblik weer chef moet zijn. Het is duidelijk, dat het gemakkelijker is voor eenhoogerge' plaatste neer te dalen naar lageren, doch menschen van bescha ving, zonder zijn prestige in te boeten, dan voor een officier t. o. v. mindere militairen, omdat het in 't eerste geval maar zelden zal voorkomen dat men „zijn plaats niet meer weet" zooals J. C. het zoo juist uitdrukt. Waar nu een officier ook als lid en medespeler van een voetbalvereeniging steeds officier blijft is het aan rechtmatigen twijfel onderhevig of de minderen het wel zoo prettig vinden, dat die officier meedoet. Bij zoo'n officier zal het de minderen onbewust onmogelijk zijn om hem met het lichaam op zij te duwen om den bal te bemachtigen. Dit bijv. kan niet geper mitteerd worden. Wordt dit wel gedaan, dan schiet m. i. die officier te kort in 't ontwikkelen van zijn waardigheid en daaraan verbonden gezag. Nu wordt mij natuurlijk weer voor de zooveelste maal tegen geworpen, „maar Generaal Christan heeft het toch ontzettend aangemoedigd en die was toch wel tot oordeelen bevoegd" en dan moet ik weer dadelijk antwoorden „een Christan kan veel,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 372