364 voor 't leger heeft kunnen invoeren, want uit een oogpunt van militaire sport, had men evengoed Kastie of Vuistballen kunnen nemen, waarbij veel meer beschavend kan geleid worden. Het gezegde van den Heer F. Bakker „het geregeld samen spelen van officieren in militaire voetbalvereenigingen met min deren, waarborgt de goede toon van het spel" is een der mooiste bewijzen, dat van af morgen het voetbalspel verbannen moest worden. Immers, een officier en mindere van 't Indische leger van eenzelfde vereeniging (voetbal, komedie, tennis, biljart of wat ook) lid te doen zijn is uit een militair oogpunt nimmer te verdedigen en zonder officieren is het voetbalspel bij de mi litairen even ruw als buiten 't leger en zou de Heer B. 't zelfs veroordeelen. De vergelijking van den Heer Bakker tusschen het partijscher- men en 't voetbalspel met minderen op bladzijde 54 I. M. T. '10 gaat m. i. geheel mank, omdat het eerste alleen voorkomt in dienst, en 't laatste bedoeld wordt als lid van een buiten dienst staande vereeniging. Ten slotte zij 't mij vergund er op te wijzen, dat volgens de door den Heer B. te stellen eischen wij 't vrij wel eens zijn, want de laatste twee der drie door hem gestelde eischen hou den ongeveer in, dat maar zeer weinig officieren de tact bezit ten lid te zijn van zoo'n vereeniging, want waar willen de jon geren de „noodige" tact vandaan gehaald hebben en onder de oudere zullen er wel meer zijn, door de ervaring geleerd, die echter in hun vrijen tijd liever met hun kinderen loopen. Maar bovendien wil hij alleen uitverkoren minderen lid van de ver eeniging doen zijn, dus zoodanig de keuze der leden stellen, dat zelfs zonder tact geen met militaire begrippen strijdige inciden ten kunnen voorkomen. Ik overdrijf, Mijnheer Bakker, om duidelijker te laten uitkomen, dat u toch ook geen voorstander is, zooals door J. C. wordt bedoeld. Krijgt men vereenigingen als door u bedoeld, dan is dit niet meer 't aankweeken van lichaamsoefening in 't leger middels voetbalvereenigingen, doch geliefhebber in 't voetbalspel. Toch vind ik 't dan nog verkeerd, (al was 't maar alleen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 376