870 bij eenig onderzoek al bitter weinig overblijft, en dat zijne schil dering van het verleden alles en nog wat te wenschen overlaat. Niet veel beter maakt hij het, waar hij zich de noodige cri- tiek veroorlooft over een paar maatregelen, die later moesten worden ingetrokken. Als een bewijs, dat er somtijds bij de artillerie-inrichtingen officieren geplaatst werden, die voor hunne betrekking de noo dige bekwaamheid misten, deelt hij o. a. mede, dat er in 1901 eene rookzwakke scherpe revolverpatroon werd ingevoerd, die echter reeds een jaar later weer moest worden afgeschaft, aan gezien zij te hooge eischen stelde aan het wapen, en aanlei ding gaf tot klemmingen van den cylinder. Volgens den schrijver had dit door rationeele proeven kunnen worden vooi- komen. Bovendien was die invoering volgens hem overbodig, aangezien de bestaande patroon met lading van rookgevend salpeterkruit altoos goed voldaan had, en verandering dus niet urgent kon worden geoordeeld. 's Schrijvers critiek bewijst weer, dat hij treurig slecht op de hoogte is, en zich een afkeurend oordeel aanmatigt over zaken, waarvan hij al even weinig weet als van de toestanden bij het wapen der Artillerie voor twintig jaar. De wijziging van de revolverpatroon was een gevolg van tal van klachten over de onvoldoende stuitkracht (stopping- power). Ten einde aan deze klachten tegemoet te komen werd besloten de ogiefvormige punt van den kogel te laten verval len, en hem de gedaante te geven, die hij tegenwoordig nog bezit. Ten einde het indringingsvermogen echter niet te veel te doen dalen, was het gewenscht de aanvankelijke snelheid eenigszins op te voeren, hetgeen bij gebruik van salpeterkruit niet mogelijk was. Dit kon alleen bereikt worden door tot een lading van rookzwak kruit over te gaan. Bij een wapen, dat tot lijfsverdediging dient, kan eene dergelijke lading, al vindt de Heer M. zulks ook eene overbodige weelde, een eisch des tijds worden geacht. Er werd alzoo eene nieuwe patroon geconstrueerd, die bij eene langdurige beproeving zeer goed voldeed. Men had de aanvankelijke snelheid van den kogel met 25 M. kunnen ver meerderen, zonder schade voor het wapen. Uit sommige re-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 382