372 moet volgens hem een officier der bereden artillerie grondig bekend zijn met het vermogen der vuurmonden en de uit werking der projectielen, terwijl een officier van de vestingar tillerie daarvan niets behoeft te wetenDeze laatste moet voldoen aan den eisch, dat hij bekend zij (grondig bekend is niet noodig) met de middelen om van zijn materieel zooveel mogelijk voordeel te trekken, terwijl een officier der bereden artillerie daarmede onbekend mag zijn. Yan versterkingskunst, ballis tiek, tactiek, en dergelijke zaken, behoeven ze geen van bei den iets te weten. Een officier van den Artillerie Constructie Winkel moet grondig bekend zijn met de eigenschappen van het ijzer, en een van de Pyrotechnische Werkplaats met die van het staal; opmerkelijk is het, dat de laatstgenoemde geenerlei verstand behoeft te hebben van pyrotechniek, buizenfabricage en dergelijke zaken, 't Gemakkelijkste van alles is wel de dienst aan het Hoofdbureaudaarvoor behoeft men in het geheel niets te weten. We betwijfelen ten zeerste of de Chef van het Wapen dit laatste grifweg zal toestemmen. De schrijver wenscht verder de bereden en de niet-bereden artillerie organiek van elkaar te scheiden. Hoe dat denkbeeld bij een zoo klein wapen uitvoerbaar kan worden gemaakt, verneemt men niet, en van de tallooze bezwaren, die er tegen kunnen worden aangevoerd, wordt er geen enkel opgelost of weerlegd. Hoe het b.v. moet gaan, als luitenants promotie maken en er bij hun wapendeel geen vacature bestaat, laat de schrijver in het midden evenmin deelt hij mede hoe er b.v. gehandeld moet worden met kapiteins, die van verlof terug- keeren, en bij hun wapendeel alle plaatsen bezet vinden. De schrijver vleit zich wellicht met de hoop, dat zijne denkbeel den nog eens verwezenlijkt zullen worden; hij zegt tenminste aan het slot van zijn opstel, dat hij den weg heeft aangegeven, die tot verbetering van den bestaanden toestand kan leiden; maar als hij werkelijk denkt, het vraagstuk een voetstap nader tot zijne oplossing te hebben gebracht, dan moeten wij hem toch opmerken, dat voor het bereiken van het door hem beoogde doel heel wat meer gevorderd wordt, dan hij in zijn opstel heeft gegeven. De beschouwingen, die daarin worden gehouden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 384