873 - kunnen aan de kletstafel wellicht eenigen indruk maken, maal ais men haar naar behooren ontleedt, blijkt het spoedig, dat er niets van overblijft. We zullen dan ook maar niet in uitvoerige wederleggingen treden van de vorengenoemde beschouwingen. Iedereen, die met dit onderwerp eenigszins bekend is, zal dadelijk toegeven, dat de schrijver ver beneden de laagste eischen is gebleven, die hij zich had behooren te stellen. De wijze, waarop hij b.v. met den kolonelsrang gooit, is van dien aard, dat men zich werkelijk dient af te vragen, of het ernst of kortswijl is, en vermoedelijk heeft dit gedeelte van zijn artikel dan ook menigen glimlach op overigens strakke gezichten te voorschijn geroepen. Het is altoos een veeg teeken, als een schrijver tegen zijn wil den lachlust zijner lezers opwekt. U...

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 385