Enkele gegeuens omtrent het Indische Snelmiur-
\7eldge5chut.
Vervolg van blz. 282).
De Affuit.
Deze bestaat uit:
a. de wieg met rem- en voorbrenginrichting
b. den wiegdrager
c. de eigenlijke affuit
cl. het schild.
cc. de Wieg met Rem- en Voorbrenginrichting.
De wieg B (fig. 4) bestaat in hoofdzaak uit een kast van
staalplaat van zoodanige dikte, dat de daarin besloten deelen
goed beschermd zijn tegen kogels en scherven van niet te groote
afmetingen. Zij heeft in doorsnede den in fig. 5 aangegeven
vorm, welke afwijkt van den meer algemeen toegepasten (zie
B in fig. 10), omdat de kast ter weerszijden aan den bovenkant
over 1.5 cM. naar binnen moest worden gedrukt (versmald),
ten einde bij de geringe spoorbreedte zooveel mogelijk ruimte
te winnen voor de aszitplaatsen.
De onderwand en de zijwanden van de wieg bestaan ge
zamenlijk uit één stuk, terwijl de bovenwand, welke tevens
de geleirichels met glijvlakken vormt, daarop geklonken isaan
de voorzijde is de wieg door een afneembare kap D afge
sloten.
Ongeveer in het midden van de wieg is een spilstuk C be
vestigd, waarmede zij in horizontalen zin op den wiegdrager
kan draaien.
Aan den linkerwand van de wieg is de opzetdrager bevestigd.
De rem- en voorbrenginrichting (zie fig. 6) is besloten in de
wiegkast en bestaat uit: