3(5 den remcylinder, de rembuis, den remzuiger, de inloopstang, de remdrukveeren, de pakkingdrukschroef en de pakking. De stalen remcylinder A ligt in de wiegkast K en is aan deachtei- zijde door de bodemschroef B aan het nokvormig uitsteeksel van het kanon verbonden, zoodat hij den terugloop van het kanon en omgekeerd het kanon het wederom inloopen van den remcylin der moet volgen. In de bodemschroef is de spanschroef C geschroefd, welke dient om voorspanning te geven aan de remdrukveeren of om deze te ontspannen. Nabij de voorzijde is de remcylmter van een kraag a voorzien, waartegen de voorste remdrukveer rust. De remcylinder is aan den binnenwand voorzien van rechtlij nige trekken, welke naar achteren geleidelijk ondieper worden. De remcylinder is voor ongeveer 19/20 van zijn inhoud gevuld met een mengsel van glycerine en water; er blijft dus een vacuum van ongeveer 1/w over, hetwelk dient om het mengsel gelegenheid te geven zich nog bij de hoogst te verwach ten temperatuur vrijelijk uit te zetten zonder den remcylinder met het kanon naar achteren te drukken. Tot voor korten tijd vulde men den remcylinder geheel met glycerine en was dus geen vacuum aanwezig; het gevolg daarvan was, dat na het afgeven van vele schoten in korten tijd, waardoor de temperatuur van de glycerine belangrijk steeg, de glycerine welke een grooteren uitzet tin gscoëfficient heeft dan het metaal van den remcylinder een grooter volume noodig had, zoodat de remcylinder en daarmede ook het kanon een meer achter- waartschen stand dan de normale moest innemen De vulling van den remcylinder bestaat voor ongeveer de helft uit glycerine en voor de rest uit water, welke beide zich goed vermengen. Practisch is gebleken, dat in geval van nood enkel water 1) Zie 0. a. Artilleristische Monatshefte 1907 No. 10 Bladz. 311. Roskoten. Die heutige Feldartillerie 1909 bldz. 76.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 387