26 - in het draaipunt a en op het eene verbreede uiteinde een ver deeling in °/00 deelen van 7500 M.het andere verbreede uiteinde is tevens plaatsaanwijzer. Men gebruikt daarbij naalden, lang 1 d.M., met een messingen schijfje nabij de puntdeze naalden worden van onderen naar boven door de liniaal gestoken en dan past het messingen schijfje in een uitholling aan de onderzijde van de liniaal (naald amen heeft ook dergelijke naalden zonder punt, die met het voetje in een uitholling aan de bovenzijde van de liniaal geplaatst worden (naald c). De richttafel is aan de onderzijde voorzien van een houten blokje met ligplaatsen voor 5 dergelijke naalden, 2 zonder en 8 met punt, en van een ligplaats voor de liniaal. Het bovenvlak kan bedekt worden met een stukje waterdicht doek, aan messingen knopjes te be vestigen. 5o. Is het doel onzichtbaar of slechts zichtbaar van een punt, zoo ver buiten de batterij gelegen, dat overbrenging der richting van dat punt naar de vuurmonden te omslachtig zou worden, dan pas wordt de eerste zijdelingsche lichting gegeven met be hulp van de H. R. L. of van de richttafel met kaart (voor dit laatste geval wordt de ligging van het doel opgegeven in coör dinaten). In de gevallen sub 2, 4 en 5 komen de stukken dus onderling evenwijdig te staan Het in de richting brengen der vuurmonden, als bedoeld sub 3, 4 en 5, kan bespoedigd worden door slechts één stuk in de richting te brengen, een hulp richtpunt te zoeken en de gegevens voor richting op dat punt over te nemen bij de andere stukken. Het groot aantal geval len dat in het oude voorschrift (het Aanhangsel) behandeld werd is derhalve tot weinige gereduceerd. Over het gebruik van H. R. P. zegt- het voorschrift, dat men, als er in het terrein geen te vinden zijn, op ongeveer 50 M. achter de stukken baken moet plaatsen; de stukken dienen dan zooveel mogelijk telkens op dezelfde plaats op de bedding te wor den teruggebracht. Het verdient aanbeveling die baken te voor zien van op en neer verschuifbare vast te klemmen bordjes, zoodat alle stukken met de zelfde O. H. er op gericht kunnen worden. Wanneer, bij het schieten op zich dwars door het schootsveld bewegende doelen, de aanduiding van het doel te veel tijd zou

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 38