400 Gezegd kan evenwel worden, dat onze projecten door des kundigen en gezaghebbender! op artilleristisch gebied grondig onderzocht, gewikt en gewogen zijn geworden. De Heer BI. kent die projecten niet, doch breekt er bij voorbaat den staf over. Ware het voor hem niet beter en voorzichtiger geweest in deze materie eerst den uitslag af te wachten? Het spijt ons, dat de Heer Bi. ons gedwongen heeft nu reeds te antwoorden. Zijn stuk had juister kunnen zijD, onze repliek had voorloopig achterwege kunnen blijven, indien de Heer BI- zich aan zijne toezegging had gehouden en ons vóór de opzen ding aan het I. M. T. inzage van het stuk had gegeven. Zoo als wij reeds in den aanvang stelden, is thans op ons een be langrijken voorsprong verkregen en zal zijn artikel zeer zeker een tendentieuzen indruk maken. Het is ons bekend, dat onze zending zeer verschillend wordt beoordeeld. Het in de practijk verwezenlijken van denkbeelden, hoe theoretisch juist zij mogen zijn, is verre van eenvoudig, onze taak moeilijk. De uitslag reeds van te voren te beoordeelen en te veroordeelen, maakt de kwestie nog ingewikkelder, daar men dan komt te staan tegenover vooroordeel en hiertegen de ondervinding leerde zulks komt men nimmer op! Evenwel wij werken niet voor persoonlijke belangen, doch voor een algemeen Legerbelang en zeker in het belang der Infanterie, die slechts tot haar recht kan komen naar eisclx gesteund door haar zusterwapen de artillerie! Hierom „en reeckent den uytslagh niet, maar telt het doel alleen Wij danken Kapt. BI. ten zeerste voor de in zijn artikel ge geven lessen, wenken en aanwijzingen, en hopen daarmede ons voordeel te doen. En hiermede vooreeist dixi den RaagFebruari 1910. A. J. Gooszen, Kapitein van den Generalen Staf. 6,5 K. G. projectielgewicht, Schneider een stuk van 600 K. G. met 350 M. V0 en 6.5 K. G. projectielgewicht, welk stuk bij een Y0 van 380 M. reeds onvoldoende stabiliteit vertoont. Het ware daarom uiterst interessant geweest ie vernemen, hoe de Kapitein Gooszen meent met dezelfde gewichten voor stuk en pr< jcctiel een V6 van 400 M., ja misschien wel van 425 M. meeüt te kunnen bereiken xonder de stabiliteit te schaden. En dat zonder nieuw element in te voeren. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 412