404 lend, vertoonen zij overgangsvormen en de grens is niet scherp te trekken. Men kan echter buiten dit overgangsgebied onder scheid maken tusschen bewuste en onbewuste omzetting. Wanneer de te verrichten handeling als scherp omlijnde wensch in het bewustzijn verschijnt, met als gevolg een bewuste wilsuiting, waardoor het voldoen aan dien wensch bereikt wordt, dan noemt men de omzetting bewust. Wil ik bijvoorbeeld mijn sigaar opsteken en daartoe een op de tafel liggend doosje lucifers gebruiken, dan treft de lichtstraal uit het doosje mijn oog. Deze prikkel van buiten wordt opgenomen in de hersens en daar omgezet in den wensch om het op tafel liggende doosje te grijpen, welke wensch als duidelijke voorstelling in het bewust zijn verschijnt. Onmiddellijk volgt daarop de wilsuiting, die de spiercoördinatie teweeg brengt, waardoor mijn arm zich in de richting van het doosje beweegt. Geschiedt de omzetting onbewust, dan komt de wensch, die de wilsuiting tengevolge heeft, niet tot het bewustzijn, doch blijft in het zoogenaamde onderbewustzijn. Bij de beweging van schrijven bijvoorbeeld zal niemand onzer zich meer reken schap geven van de daarvoor benoodigde bewegingen. Schrijft men daarentegen eene lettersoort, die niet zooveel beoefend is, dan wordt van elke beweging der hand rekenschap afgelegd. Elk streepje, haaltje, elke wending moet vooraf in het bewust zijn worden nagegaan. Door veel oefening doorloopen bewe gingen alle schakeeringen van het bewuste naar het onbewuste gebied, ze worden langzamerhand automatisch. Men kan deze werkingen vergelijken met een bureau, waar op een chef en een procuratiehouder werken. Een prikkel van buiten wordt dan een binnenkomend stuk, waarop de chef den algemeenen gang van zaken, die hij bij de afdoening wil gevolgd hebben, beveelt. De procuratiehouder zorgt dan verder voor de detailleering, d.w.z. voor de bediening van het hersenschakel- bord, volgens de aangegeven lijn. Komt echter een zelfde bericht herhaaldelijk binnen, dan weet de procuratiehouder reeds wat er moet gebeuren, en dan komt het voor, dat hij, de chef ergens anders mee bezig, zelf standig voor de afdoening zorgt. De omzetting wordt dan on bewust, evenals de wilsuiting, die tot de handeling leidt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 416