412
voor een schot gebruikte. De gemiddelden bleven alle be
neden de 6 sec., hoewel niemand er aan dacht zijn tijd te
bekorten.
Dadelijk drong zich toen de vraag bij mij op, of de beoefening
van den juistsnellen aanslag niet zeer zal worden tegengehou
den door de omstandigheid, dat de man bij de practische toe
passing voor de schijf in het narichten een ander, veel gemak
kelijker aan te leeren, veel minder oefening eischend hulpmiddel
heeft om goede resultaten te verkrijgen. Ik geloof niet, dat de
man voldoende ijver zal hebben om 't toch te willen leeren
want feitelijk komt 't er op neer, dat de man voor de schijf
schiet volgens de oude methode en de toepassing van den juist
snellen aanslag geheel wordt verbannen naar de voorbereidende
schietoefeningen.
Ook de logische verzwaring in den loop der opleiding raakt
bij deze overgang wel wat in de verdrukking. Op het tijdstip,
dat de man 20 gerichte schrijnschoten op het touw kan afgeven
is 't alleen een kwestie van laden met scherpe of met exercitiepa
tronen. Dus: öf de man kan met een snelheid van ongeveer 20 scho
ten per minuut (overeenkomende met 5 schoten in 12 a 13 sec. of
1 schot na het Co. „Aan" in 1 1 sec.) resultaten behalen, öf
met de richting der schijnschoten tegen het touw is de hand
gelicht. Wellicht dat in den beginne eenige zenuwachtigheid de
bewegingen iets minder zuiver en vlot maakt, binnen kort
kan dezelfde bewegingsnelheid zuiver bereikt zijn, met welk
soort patronen de lading ook plaats heeft. De schutter bereikt
echter nooit meer de bij de voorbereidende schietoefeningen van
hem geëischte snelheid, zelfs niet als hij al geoefend is. De bij
de reeds hooger genoemde Missive van den Chef van het W. d. L
vastgestelde reeks oefeningen geeft als minimum tijd 16 secon
den voor 5 schoten. Is dan die opvoering van de vuursnelheid
op het touw aileen maar een soort gymnastische oefening
geweest?
De praktijk van het S.V.S. leert dan ook, dat het narichten
hoofdzaak blijft en dat in cle schietmethode feitelijk niets veranderd
is dan de naam.
Als grondbeginsel van de opleidingsmethode vinden we ver
der in de Inleiding van het S.Y.: „na zijne opleiding bij het Depot