413 Bataljon neemt de man niet anders dan gevechtsdoelen onder vuur." Er worden dus uitsluitend figuurschijven van geringe afmetingen gebruikt. Zoodra dus de recruut 9 oefeningen 35) doorloopen heeft, krijgt hij volgens het S. V. nooit meer een schijf voor zich, die het aanwijzen van treffers buiten de betrekkelijk kleine figuur toelaat, x) Het gevolg daarvan is, dat vele schoten zich in de ruimte verliezen en geen nut hebben. Op een kopschijf doet een geringe afwijking van het gemiddeld trefpunt van 0,30 M. op 175 M. afstand (d. w. z. de afwijking bedraagt nog geen 2 duizendsten) de trefkans van 65 dalen tot 25 bere kend voor een spreiding van 4 X de normale uit Bijlage A, S.Y. '08. Is hier het principe van „Kriegsmaszigkeit" der opleiding niet wat te ver doorgevoerd? Is het doel niet voorbij gestreefd? Een recruut, die een 10 tal oefeningen schoot is nog een be ginner. Voor hem moeten geheel andere overwegingen gelden als voor een geoefende. Maar onafhankelijk hiervan voel ik veel voor de redeneering dat individueel schieten nooit „kriegsmaszig" kan zijn, omdat het geraas en het voortdurend geknal der schoten om den schutter heen mankeert, terwijl de doelen zich in oorlogstijd heel anders voordoen dan ze in vredestijd op de baan worden opgesteld. Is het dan niet opvoedkundig juister het individueele schieten geheel te beschouwen ais een leergang om de spreiding teleeren beperken, alleen van de voorbereidende schietoefeningen daarin verschil lend, dat bijzondere veiligheidsmaatregelen noodig zijn en de resultaten tastbaar en blijvend zijn, wat tegen een touw of mikpunt schijnschoten lossende, niet het geval is. Het individueel schijfschieten zou op die wijze voorbereiding worden en het doel der geheele schietopleiding worden het afgeven van een goed gezamenlijk vuur. In gezamenlijke schietoefeningen kan het element van overeenkomst met de werkelijkheid, met uit zondering van het levensgevaar, vrij juist te voorschijn worden gebracht. Dat op deze manier wel degelijk resultaat wordt bereikt is bewezen door de schietuitkomsten op Waalsdorp van 1) In de reeds meergenoemde missive van den Chef v/h. "W. d. I. van 23 Deo. 1 DO9 werd weer met dat beginsel gebroken. Zie Tabel geweeroeftningen No 8, 10, 15 en 20. I. H. T. 1910, 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 425