Van flües Wat Uoorschotten op tractement, Op grond van punt 2 van 9 van het bijvoegsel van de Korpsin structie bestond tot dusver voor de officieren, onderluitenants, adjudant- onderofficieren en tot het leger behoorende burgerpersonen, die uit Nederland aankwamen of terugkeerden, eene eigenaardige bepaling omtront het verleenen van voorschot op tractement. Werd men ingedeeld op een der debarkemontsplaatsen, (Sabang, Padang of Batavia) in een garnizoen dus, waar men zich bij aankomst het eerst had aan te melden, dan werd geen voorschot op tractement verleend. Bij plaatsing overal elders, om een sprekend voorbeeld te noemen te Meester-Cornelis, kon men wel bedoeld voorschot ontvangen. Batavia werd dan tot eerste garnizoen gerekend en dus de plaatsing te Meester- Cornelis als eene overplaatsing beschouwd. Eenig motief voor deze regeling heb ik nooit kunnen vinden, daar volgens mij eene plaatsing te Batavia zeker evenveel onkosten mede bracht als eene garnizoensindeeling te Meester-Cornelis. Bij algemeene Order No 130 van 1909 is punt 2 van bovenaange haalde aangevuld en luidt thans: „Voor officieren, onderluitenants, adjudant-onderofficieren en tot het leger behoorende burgerpersonen die uit Nederland aankomen of terugkeeren, wordt als garnizoensplaats be schouwd de plaats, waar zij zich het eerst na aankomst in Indië behooren aan te meiden, dan wel bij aankomst op de debarkementsplaats (Sabaug- Padang-Batavia of Meester-Cornelis) reeds elders geplaatst zijnde, het garnizoen hunner indeeling." Daar vrijwel een ieder voor zijne ontscheping wordt ingedeeld, is dus voortaan bij aankomst in Indie het bekomen van voorschot op tractement nagenoeg geheel uitgesloten. Of deze wijziging door velen onzer zal worden toegejuicht betwijfel ik ten zeerste. Een ieder zal het zeker met mij eens zijn, dat bovengeschetste rege ling herziening vereischte en de billijkheid vorderde, het verleenen van een voorschot niet langer afnankelijk te doen zijn van eene meer of minder gelukkige plaatsing. Doch waarom nu niet een ieder bij aankomst in Indië een voorschot verstrekt; in plaats van dit vrijwel geheel af te schaffen? Tal van officieren, die nu met verlof in Europa zijn, dan wel plan hebben om spoedig met buiteniandsch verlof te gaan, zullen door dezen maatregel gedupeerd zijn. Wanneer binnenkort de nieuwe verlofsbepalingen in werking treden en om de 6 jaar recht op buiteniandsch verlof wordt verkregen, zullen heel wat plannen nu in duigen zijn gevallen. Onze tractimenten zijn er in 't algemeen niet op berekend om in 6 jaar tijd een behoorlijken spaarpot te maken, zoodat de opbrengst van de laatste vendutie in den regel best kan worden gebruikt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 428