deze ziekte afzonderen. Hiervan bleken 895 aan kwade droes te lijden.
Deze warden met goedvinden van de eigenaars, onder vergoeding van een
gering bedrag als schadeloosstelling, afgemaakt. Als gevolg van de genomen
maatregelen wordt verwacht, dat dit eiland weldra weer geheel van deze
ziekte bevrijd zal zijn
Als diagnostisch hulpmiddel werd met zeer veel succes gebruik gemaakt
van de ophthalmoreactie (indruppelen van het oog met onverdunde
malleïne).
Yan surra wordt gezegd, dat zij zeer verbreid voorkomt en de ver
liezen den veestape! door haar toegebracht zeer aanzienlijk zijn, hoewel,
deze bij gebrek aan betrouwbare sterftestatistiek nog niet onder cijfers
kunnen worden gebracht. In verband hiermede zal men het sterftecijfer
6545 op Java, dan ook als veel te laag moeten opvatten, daar deze
ziekte bij runderen en buffels meestal chronisch verloopt en geen epiroötisch
karakter aanneemt, zoodat zij veelal niot wordt gerapporteerd.
Hierdoor wordt ook het feit verklaard, nog onlangs waargenomen, dat
surra bjj troepenpaarden wordt geconstateerd zonder dat in de omgeving
van het garnizoen deze ziekte werd waargenomen. Yoorzichtig is het
dan ook ten allen tijde rekening te houden met de mogelijkheid van een
besmetting van legerpaarden door runderen, buffels of paaraen van de
bevolking en dus de aanraking met deze dieren zoo veel mogelijk te
vermijden.
Onder het hoofd veeteeltwordt uitvoerig gerapporteerd over de ver
richtingen in zake de verbetering van den runder-stapel. Men^ zij
daarom verwezen naar de oorspronkelijke van tal van photo's voorziene
tokst
De paardenfokkerij op Java, alleen in de Preanger-Regentschappen
van beteekenis, hoopt men door den invoer van Aust ralische merries meer
loonend te maken. Door een renteloos voorschot te verstrekken kon in
het regentschap Karanganjar een 40tal worden geïmporteerd, terwijl een
superieure sandelhouthengst ter beschikking werd gesteld om deze te
dekken.
Een bezwaar blijft het, dat de goede Australische merries voor de
bevolking te duur zijn en de bruikbare inheemsche in de streken, waar
ze nog aanwezig zijn, te zeer noodig zijn om den uitvoer daarvan te
mogen bevorderen.
Integendeel moet die worden tegengegaan. Dit is voor het eiland
Soemba dan ook geschied bij staatsblad 1908 No 127.
Zooals bekend, werden in de Preanger door het Gouvernement Sandel-
houthengsten aan inlanders op bepaalde voorwaarden (een maximum
dektarief) in bruikleen gegeven. Sedert 1907 is hierin wijziging gebracht
en zijn deze hengsten in eigen beheer genomen. Het aantal dekstations
bedraagt 52 en zal worden uitgebreid tot 75.
Yan de 6000 in dit gewest aanwezige fokmerries werden in 1907
2631 en in dit rapportjaar 2779 door gouvernementshengsten gedekt.
Ook in enkele andere residentiën, Rembang, Semarang, Pekalongan
en Cheribon zijn bij wijze van proef dekhengsten gestationneerd. In
verband mei het gehalte der merries aldaar worden hiervan niet veel
resultaten verwacht en moet deze proef meer worden beschouwd als een
poging om den lust in de paard enfokkerij aan te moedigen.
In "de Padangsche Bovenlanden werd krachtig voortgegaan met de