- 436 Verder meent schrijver, dat door een anderhalf jarig verkeer mot Europeanen, de Javaan zal gewonnen hebben aan zelfvertrouwen, plichts gevoel, ontwikkeling, ervaring, terwijl hij geleerd zal hebben de rechten van ondergeschikten niet alleen te eerbiedigen, maar ook te verdedigen. Hier is schrijver o. i. al te optimistisch, wanneer wij daarbij vergelijken, hoe tegenwoordig de Javaansche fuselier in zijn desa terugkeert. Verder geeft schrijver aan, op welke wijze hij zich de proef met een Javaansche militie voorstelt. Plaatsruimte laat ons niet toe, alle bijzon derheden van ondergeschikten aard op den voet te volgen, daarom moeten wij ons tevreden stellen met de volgende uit schrijvers studie overgenomen zinsneden „In do veertien resideuties, waarin het gouvernemenlsgebied op Java is verdeeld, wordt aan ongehuwde inlandsche jongelieden van 18 tot 20 jarigen leeftijd gelegendheid gegeven om dienst te nemen bij de „Javaansche militie." Van dienstplicht is derhalve nog geen sprake; wie zich vrijwillig aanmeldt kan, op zekere voorwaarden, bij de militie worden ingedeeld. Er zal derhalve gezorgd moeten worden, dat tegenover de lasten voldoende lusten staan om het dienen bij de militie populair te maken. De Javaansche militie is in de eerste plaats bestemd voor de ver dediging van Java en in de tweede plaats voor het bewaren van rust en orde op dat eiland. De militietroepen blijven derhalve on der alle omstandigheden op Java. Dienstname bij de militie sluit in zich een verbintenis voor den tijd van drie jareD, waarvan één jaar onder de wapens en twee jaren in reserve. De reserve kan in haar geheel niet worden op geroepen dan in geval van mobilisatie van het leger tegen een buitenlandschen vijand; gedeeltelijke oproeping is toegelaten voor oefeningsdoeleinden, doch slechts éénmaal in de twee jaren voor hoogstens een week. De diensttijd onder de wapens wordt verdeeld in twee tijdperken; het eerste en tweede oefeningstijdperk, elk met een duur van zes maanden. In het eerste tijdperk worden de militiesoldaten van elk regentschap vereenigd, hetzij ter standplaats van den regent, hetzij in de nabijheid daarvan. In het tweede tijdperk worden zij inge deeld bij de daarvoor aangewezen bataljons. Bij deze troependeelen, uitsluitend samengesteld uit Europeanen en ongehuwde militiesol daten, worden geen vrouwen in de kazerne toegelaten; gehuwden wonen buiten de kazerne." Yan harte hopen wij, dat er personen gevonden zullen worden, die de studie van den Heer Kerkkamp meer gedetailleerd in beschouwing zullen willen nemen, waarbij o. i. niet mag mankeeren eene bespreking over het opvoeren van het onderwijs bij deu desaman en bij den Javaan in het huidige leger, over de al of niet wenscbelijkheid van het aan werven van militiekader uit den Javaanschen adel, over de verhouding tusschen het civiel bestuur en de Javaansche militie en over het doen innemen van een hooger standpunt in de Javaansche maatschappij van een ieder, die militair of oud-militair is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 448