448 Groote waarde hecht het J. R. aan de individueele opleiding 's nachts (I, 9 en 21) en zeer terechtgevechtshandelingen in de duisternis vereischen veel meer voorbereiding en oefening, omdat zij veel moeilijker zijn dan handelingen over dag. Het N. I. R. zwijgt hierover, waarvan het gevolg zijn kan, dat aan de opleiding tot het voeren van nachtgevechten, waarvan de be- teekenis na den laatsten oorlog zoozeer gestegen is, geen vol" doende aandacht geschonken wordt. Echter kan verwacht wor den, dat hierin spoedig zal worden voorzien. Voorts wijdt J. R. II afzonderlijke hoofdstukken aan gevechten in en om terreinvoorwerpen, rivieren en in bergterrein. Ons reglement zwijgt daarover. Wat betreft het Leger in Ne derland, daar is, althans ten deele, in deze onvolledigheid voor zien door de Gev., Hoofdstuk VIII, en het is te hopen, dat ook het Leger in Nederlandsch-Indië spoedig eenige wenken ontvangt voor bosch- en kamponggevechten, welke bij ons onophoudelijk zullen voorkomen. Het laatste hoofdstuk van het tweede deel, het optreden van infanterie tegen andere wapens, behoort niet hier, doch in het eerste deel, daar het een onderdeel der strijdtechniek en niet van de leiding van het gevecht is. II. Gesloten vormen, krijgstuchtmoreele vorming. Naar aanleiding van het J. O. R. hield de tegenwoordige kolonel van den Generalen Staf W. R. de Greve vóór eenigen tijd in de Indische Krijgskundige Vereeniging eene lezing i), waarin ZHEG. den invloed van werktuiglijk exerceeren op de krijgstucht behandelde en betoogde, dat het J. O. R. hooge waarde aan dien invloed toekent. Deze opvatting moest wel in ruimen kring de aandacht trekken, daar het besproken regle ment ontworpen was korten tijd na den oorlog tegen Rusland en men dus verwachten kon, het resultaat van eene zeer rijke oorlogsondervinding erin aan te treffen. In het debat, dat op de lezing volgde, bleek kapitein LI. Bakker het niet met de denkbeelden van den kolonel de Greve eens te zijn en zonder dit debat nu te willen heropenen, wil ik hier wat nader op de I). Ind. Krijgsk. Ver. No. 21.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 462