450 moeilijkste omstandigheden, met verwaarloozing van de zorg voor het eigen lijfsbehoud, moet gehoorzamen. Vandaar dan ook, dat de tucht in een leger, de krijgstucht, een veel strenger karakter moet dragen dan de tucht op eene school, op eene fabriek, e.d. De militair kan er nooit te vroeg aan gewend worden alle bevelen, gegeven, 't zij in den vorm van een reglement, 't zij op andere wijze, stipt op te volgen. Bij de oefeningen moet dus geëischt worden, dat alle bewegingen worden uitgevoerd ge> heel op de wijze, als het reglement voorschrijft. Het gehoorzamen moet den militair eene tweede natuur worden het is hiermede als met het hiervoren besproken bijbrengen van de gewone vakken nis. Trouwens, vooral bij een volkskarakter als het onze, dat vrijheid maar al te dikwijls met bandeloosheid verwart, kan men het leeren van gehoorzaamheid gerust tot de vakopleiding van den militair rekenen. Met groote instemming wordt hier gewezen op hetgeen kolo nel de Greve in zijne lezing over het sprongsgewijze voorwaarts gaan mededeelde. Een sprong voorwaarts moet verrassend be gonnen en met groote snelheid uitgevoerd worden de tirailleurs moeten hunne beweging geëindigd hebben, nog vóórdat de ver dediger tijd gehad heeft zijn vuur erop te richten. Elk oogen- blik aarzelen vermeerdert de kans op groote verliezenhet bevel (commando) tot opspringen en voorwaartsgaan moet derhalve oogenblikkelijk worden uitgevoerd, al ziet de dekking, waar de tirailleurs zich tot dusverre bevonden, er nog zoo verlokkelijk uit. „Wanneer het bevel tot voorwaartsgaan gegeven wordt, moet de soldaat geheel werktuiglijk bliksemsnel opspringen en voorwaartsgaan" D, natuurlijk, na eerst het vuur gestaakt, de pal omgelegd en de patroontasch gesloten te hebben,2) allemaal verrichtingen, welke hij als 't ware uit kracht der gewoonte, op het commando uitvoert, zonder erbij te denken. In overeenstemming met den eisch van stipte opvolging van elk commando en bevel moet men zorgen, dat de uitvoering, zooals het reglement die geeft, rekening houdt met de taalkun dige beteekenis van het commando. Op het commando „Halt" moeten de manschappen werkelijk halt houden en niet heen en 1) Ind. Krijgsk. Yer. No. 21, b)z. 7 en 8. 2) Over deze verrichtingen later.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 464