453 Verder oefeningen, waarbij men de aanvoerders laat uitvallen en de manschappen voor onverwachte gebeurtenissen stelt, enz. Op die wijze voedt men den man op tot zelfstandigheid, waar onder dan niet verstaan mag worden handelen naar eigen in zicht, doch handelen uit eigen aandrift ter opvolging van de ontvangen bevelen, of, als deze ten gevolge van bijzondere om standigheden onuitvoerbaar blijken, in den geest van den be velgever, zooals J. ft., Inleiding, 6, uitdrukkelijk zegt. Door den man alzoo op te leiden tot een denkend militair, die begrijpt, wat van hem onder verschillende omstandigheden verlangd wordt en desnoods op eigen beenen kan staan, neutra liseert men tevens de schadelijke gevolgen van mogelijke over drijving van het werktuiglijke exerceeren. Bovendien dient het reglement te verbieden, dat gelijkmatigheid bij de uitvoering wordt geëischt, waar het reglement zulks niet verlangt en mag de een ieder door het reglement gelaten vrijheid van handelen niet willekeurig beperkt worden 1). Al de hierboven besproken middelen zullen echter niet tot het doel voeren, als bij de opleiding de zedelijke vorming niet op den voorgrond gesteld wordt. Die zedelijke vorming moet den grondslag vormen, waarop verder voortgebouwd wordt. Reeds den lsten October 1881 schreef Fritz Hoenig als voor woord voor zijn klassiek werk „Zwei Brigaden" s): „Die ver- „vollkommneten Schuszwaffen haben die Truppenführung im „Kampf nicht nur verandert, sondern auch eingeschrankt und „erschwert. „Will ein Heer nicht auf den Sieg verzichten, so musz die „Taktik psychologischer werden." Wat onder zedelijke vorming verstaan moet worden, vindt men in L. I., 5, 11 en 12, zeer duidelijk aangegeven. OokGev. 6, geeft eenige belangrijke wenken 1) Zie N. I. R. I, 7, tweede alinea; L. Y.; J. R., Inleiding, 7, laatste gedeelte. 2) Bij den tweeden druk werd deze titel veranderd in „TJntersuchuugen über di& Taktik der Zukunft". 3) Bij vergelijking treft het, dat voor het Indische Leger liefde voor Vaderland en Vorstenhuis niet noodig wordt geoordeeld. Het aantal Nederlanders in ons Leger is toch niet zoo klein, dat het gewoon weg verwaarloosd mag worden! De nationaliteitszin mag heusch wel wat aangewakkerd worden. Zoo werd nog onlangs in de Militaire Sooieteit Concordia te Batavia een pas gedecoreerd Ridder in de Militaire Willemsorde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 467