34
leerde handeling erkend wordt en daarbij geen sprake is van
automatismex).
II. De juist-snelle aanslag.
„Wat is hij anders dan een handgreep, evenals het presen-
„teeren van het geweer"?
„Maar 't is een zeer, zeer moeielijke handgreep, omdat de
„graad van zuiverheid, waarmee men hem uitgevoerd wenscht
„te zien, oneindig hooger is, dan ooit met een der handgrepen
„het geval was."
Toch is L. overtuigddat hij, „mogelijk na nog eenige onder
binding betreffende de instructie opgedaan te hebben, zelf in
„staat zal zijn om den milicien, mits hij hem maar lang genoeg
onder de wapenen mag houdenden juist-snelleu aanslag nage
noeg volkomen in de normaal-houdingen te leeren."
Maar, vraagt L., heb ik dan eenige waarborg, dat ik oorlogs-
schutters gevormd heb of zijn het maar paradeschutters„Ik
voor mij verwacht van die menschen te velde niets meer
dan vroeger".
Yoorts is L. van meening, dat de juist-snelle aanslag een
„ijzeren krijgstucht eischt, waardoor de man getraind wordt in
wilskracht en zelf beheerschingdaar hij den steun, ter bewaring
„dezer eigenschappen mist".
„Eerst aankweeking van wilskracht, zelfbeheersching of enorme
„onverschilligheid en dan den juist-snellen aanslag, dan zou men
„tot op zekere hoogte daarvan iets mogen verwachten." Immers
hij de methode der juiste richting, leerde de man vertrouwen
1) Tijdens het aanleer en was de hulp van het verstand noodig, later kan d ze bui
ten spel blijven.
Dr. J. J Le Roy. „Natuurkennis van den gezonden mensch."
„Het kind heelt het gaan en het loopen langzamerhand en niet zonder moeite >eeren
„uitvoeren, zich gaandeweg het meesterschap verzekerende over het spel zijner spieren,
„haar opeenvolgende of gelijktijdige samentrekkingen en den graad harer samentrek
king elke nieuwe beweging maakt een nieuwe opvoeding noodzakelijk, die hierin
„bestaat, dat hij net zijn spieren worstelt tegen de ongevallen, die zijn evenwicht ver-
„storen en dreigen hem te doen vallen."
„Maar na verloop van zekeren tijd gaan al deze bewegingen van zelf, geheel bu ten
„zijn wil, buiten zijn hersenen om."
„De hulp van het verstand op te heffen, dat overbodig en zelfs gevaarlijk worden kan,
,is dus het doel der lichamelijke opvoeding in alle o feningen, in alle beroepeu.
(Mavors 3. van 1909).
