456
„De krijgstucht is de pols van het leger. De gevechtslinie
„strekt zich over eenige tientallen ri 's 2) uitde plaatselijke
„toestanden van het terrein en de omstandigheden verschillen
„voorts moet men alle troepen, die verschillende opdrachten
„hebben, zich volgens één bepaald doel goed in onderling verband
„doen bewegen en den geest van allen tot dien van één doen
„worden. Dat is krijgstucht; daarom is zij als bloedvaten,
„die van den hoogstgeplaatsten officier tot den laagsten soldaat
„doordringen. De meer of minder strenge krijgstucht beslist
„geheel over overwinning of nederlaag en dus over den uitslag
„van den oorlog".
Ook het Keizerlijke Besluit, waarbij het J. R. wordt ingevoerd,
zegt, dat in den laatsten oorlog de noodzakelijkheid van eene
strenge krijgstucht gebleken is.
Het aanbevelen van middelen tot het verkrijgen van eene
goede tucht geschiedt in het J. R. op eene andere wijze dan
in het J. O. R.
J. R., I, 1, zegt, dat de opleiding o. a. ten doel heeft, door het
handhaven van discipline in de troepen een krachtigen geest
te brengen, waardoor zij voldoen zullen aan alle, door den oor
log gestelde eischen. Eene stipte en nauwkeurige opvolging
van hetgeen J. R., I, onder „Opleiding" bevat, wordt dus een
geschikt middel tot het onderhouden van tucht geacht.
J. R. I, 12, wijst op den grooten invloed, dien een kort en
krachtig uitgesproken commando op de manschappen hebben
kan. „De onderhebbenden moeten door die commando's „genood-
„zaakt worden, al was 't ook door water of vuur heen te gaan."
J. R. I, 16, de eerste der grondregels voor de individueele op
leiding, geeft iets dergelijks als J. R. I, 1het noemt het aan-
kweeken van den militairen geest en de discipline o. m. het
doel der individueele opleiding.
J. R., I, 73, gelezen in verband met de voorgaande paragraaf,
zegt, dat de normaalvorm, door streng volgens het voorge-
schrevene daarin te exerceeren, den troep volkomen in de hand
van den compagniescommandant brengt.
De vorm moge verschillen, in het wezen van de zaak hecht
2) 1 Ri 3980 M.