461
Vormen cler compagnie.
1. Frontcolonne met pelotons op 8 pas afstand; de pelotons
op 1 of 2 gelederen.
2. Flankcolonne met pelotons.
De Nederlandsch-Indische compagnie kent dezelfde opstellingen;
daar zij echter in vieren en de Japansche compagnie in drieën inge
deeld is, kan men bij ons front-en flankcolonne zoowel met sectiën
als met pelotons formeeren, waardoor het aantal evolutiën bij
ons grooter is.
De indeeling in drieën heeft nog het voordeel, dat de evolutiën
veel eenvoudiger zijn dan bij eene indeeling in vieren. Het
samentrekken in colonne en het ontwikkelen in bataille kunnen
nu, desgewenscht, steeds op het middelste peloton worden uit
gevoerd. Evenals bij ons worden in Japan de pelotons in beginsel
langs den kortsten weg naar hunne nieuwe plaatsen geleid.
In plaats van de zwenking past men in Japan bij het uit
voeren van directieveranderingen den veel eenvoudiger opmarsch
toe, welke, stilstaande, in versneld tempo, in den marsch immer
in den looppas geschiedt.
Tot het veranderen van de afstanden in de frontcolonne en
van de tusschenruimten in de flankcolonne geeft het J. R., in
tegenstelling met het N. I. R., geen commando. Het geschiedt
op aanwijzing van den compagniescommandant. Over echelon-
neering van de pelotons in de flankcolonne spreekt het J. R.,
merkwaardigerwijze, niet, wel het N. I. R, Toch zal deze
vorm op het gevechtsveld veel toepassing vinden 2).
Over het gebruik van de gegeven vormen behoeft hier verder
niet uitgeweid te wordenalleen zou ik er op willen wijzen, dat
de veelgesmade frontcolonne, met ruime afstanden en geëchelon-
neerd, op het gevechtsveld in dezelfde gevallen als de flankcolon
ne toegepast kan worden, maar dan voor bewegingen ongeveer
loodrecht op de richting van 's vijands vuur. Maar bovendien
zal zij dikwijls bij nachtelijke aanvallen toepassing vinden 3).
1) N. I.E. It., 238, Opm.
2) N.I.K.II, 339.
8) Zie voor het gebruik van frontcolonnes in den Russisch-Japanschen oorlog:
Wjjnaendts en de Ridder, Studiën betreffende den Veldoorlog tusschtn Rusland en Japan»
blz 231 e. v.
