462 Veelvuldig beoefenen van bewegingen in die formatie, over dag en 's nachts, waarbij streng op richting en verband houden gelet wordt, is daarvoor noodzakelijk. Vormen van het bataljon. 1. Uolonnen-linietusschenruimten tusschen de compagnieën, in frontcolonne 8 pas, desverkiezende meer of minder. 2. Frontcolonne met pelotons. 3. Dubbelcolonne. In hoofdzaak dus dezelfde vormen als bij het Nederlandsch- Indische bataljon. Zij kunnen ook in flankcolonnes worden geformeerd. De opstelling op twee of drie liniën, 1) als voor bereiding tot het aannemen van de gevechtsorde zoo nuttig, wordt in het J. R. niet genoemd. De bewegingen hebben plaats op commando 's en bevelen van den bataljonscommandant. Alleen de richtingen, het halt hou den en de directie veranderingen in de colonnen-linie, verder de bewegingen, die door alle compagnieën gelijktijdig uitgevoeid moeten worden, geschieden op commando. Vormen van het regiment i). De bataljons, elk in colonnen-linie, staan, in 1, 2 of 3 liniën, naast elkander. Afstand en tusschenruimte tusschen de bataljons in den regel 20 pas. De Nederlandsch-Indische brigade van 4 bataljons kent daaren tegen drie opstellingen, nl. de gesloten linie, de gesloten colonne en de open colonne Vormen der brigade4). De regimenten staan naast of achter elkander, gewoonlijk met 30 pas afstand en tusschenruimte. Ten slotte moet nog nagegaan worden, wat het J. R. op het gebied der moreele vorming vermeldt. De oorlog tegen Rusland heeft geleerd, dat ook bij deJapan- 1) N.I.B.H., 326 en 327. 2) Het regiment telt drie bataljons. S) N. I. R. IX, 33!. 4) De brigade bestaat uit twee regimenten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 476