484 Dit wordt niet bereikt door eene opleiding waarbij er vooral naar gestreefd is de spreiding in de diepte tot een minimum te bepalen, door o. a. zooals sommigen voorstellen, den schutter eene hoogteafwijking op de schijf zwaarder toe te rekenen dan eene gelijke breedteafwijking, doch door eene zoodanige opleiding en opvoeding voor het gevecht, dat de man in critieke oogenblikken als schutter bruikbaar blijft. In de noot op blz. 23 zijn vermoedelijk eenige drukfouten in geslopen. Het hoofd „Voor de schijven van S. V. 08" en „In werkelijkheid" is niet te begrijpen, aangezien de schijven in werkelijkheid toch wel die oppervlakte zullen hebben, welke bij het S. V. 08 bepaald is. blz. 24. Dit is niet af te leiden uit de voorafgaande gegevens. Uit deze gegevens zou alleen af te leiden zijn, dat, wanneer men verlangde, dat de schutter minstens kans moet hebben om één treffer te behalen met de serie afgegeven schoten, dat dan met 5 patronen voor ééne serie niet boven 400 M. op de kopschijf geschoten mag worden. Deze aanname zou evenwel nog zeer willekeurig zijn, aange zien onder omstandigheden evengoed meer patronen ingezet kunnen worden. De waarde aan eenige patronen toe te kennen hangt alleen af van den beschikbaren voorraad. Boven 400 M. beginnen de fouten in het bepalen van het juiste vizier zich meer te doen gevoelen, zoodat een goed schutter met een minder juist vizier slechter uitkomsten zal krijgen dan een slecht schutter, schietende met het goede vizier. Het bepalen van het juiste vizier wordt hier dus van het hoogste gewicht. De schutter is evenwel niet vrij zelf zijn vizier te bepalen; dit behoort tot de vuurleiding. Beneden 400 M. zullen de uitkomstep dus hoofdzakelijk be- heerscht worden door de individueele geoefendheid van den schutter en boven 400 M. door de vuurleiding. De staatjes in 17 en 18 zijn practisch alleen bruikbaar wanneer het M. T. met het midden van het doel samenvalt- 20 geeft wel aan welke wijzigingen deze staatjes dienen te "Hiermede rekening houdende, wordt door middelmatige schutters indi- "vidueel niet boven 400 M. geschoten."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 498