486 Ook zal degenen, welke door den comp. cdt. wordt opgedragen, om na afloop van het schieten na te gaan of de uitgekeerde premiën in overeenstemming waren met de bepaalde, daar niet spoedig mee gereed zijn. Verder zal de practijk moeten uitwijzen of het mogelijk is ons zooveel variatie in het premie schema te veroorloven als de kapitein Lamberts aangeeft. Ik vrees dat de beschikbare fondsen een dergelijke weelde niet zullen toelaten, zelfs niet wanneer elke premie op het 1/5 wordt gesteld van het door den kaptn. Lamberts aangegeven bedrag. Hierdoor zullen we vanzelf tot meer eenvoud in het schema worden gedwongen en zullen we helaas premiën moeten be palen waarbij de tijd en de juistheid van het schot niet naar hunne volle waarde worden beloond. Dit laatste is trouwens bij geen enkel stelsel het geval, aan gezien het zoo eenvoudig niet is om de waarde van den tijd en de juistheid van treffen in cijfers uit te drukken. Ook bij het premiestelsel Lamberts is nog veel willekeurig bepaald. We kunnen tevreden zijn indien de premiën zoodanig zijn bepaald, dat in verband met de toegestane fondsen practisch zooveel mogelijk rekening is gehouden met de verkregen juist heid van treffen en den daarvoor benoodigden tijd. De moeder, welke onder hare kinderen appelen verdeelt, neemt geen medicijnschaal om ieders deel af te wegen. Men kan ook te nauwgezet worden. Dit laatste heeft plaats, zoodra men den daardoor in beslag genomen tijd beter voor iets anders kan gebruiken. Zou het nu niet beter zijn, het maar geheel aan de comp. cdtn. over te laten, hoe ze de f 0,055 per man voor minstens drie oefeningen plus afstanden schatten, aan premiën wenschen uit te keeren? Waar blijven we anders met onze hoog geroemde zelfstan digheid bij de lagere aanvoerders? De kapitein der infanterie J. van Hasselt. Magelangden 15den Maart 1910.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 500