L - 506 Seint de Ct. der spits b. v: dan weet de Ct. der voorhoede (bij den voortroep), dat vijan delijke infanterie sterk een sectie op middelbaren af stand wordt gezien. De Ct. der spits kan dan ook nog ten slotte de richting aangeven door één arm in die richting op te lichten 1). Loopt hij bij het 2e sein heen en weer dan is het een peloten cavalerie, klapt hij na het 2e sein zijn handeD boven zijn hoofd in elkaar dan is het 1 Sectie Artillerie. Iieeft men hulp noodig, dan wordt met het hoofddeksel boven het hoofd gezwaaid". Wil de Compies. Ct. de rechter sectie een sprong laten maken dan geeft hij het aandachtsein, ligt zijn rechter arm zijwaarts op, buigt hem voor den schouder en strekt hem daarna voorwaarts. Wil hij het vuur doen openen dan geeft bij het aandachtsein en maakt daarna met beide handen de aanslag beweging. Yergat hij als Ct. eener vleugel compagnie het uitzenden der gevechts patrouille op de linker flank dan draait hij zich naar den linker onder steuningstroep, geeft het aandachtsein, daarna het sein voor één groep (één handvol) en ten slotte strekt hij de aanvankelijk weer voor den linkerschouder gebogen linkerarm in schuinsche richting. Verzoekt de sectie commandant munitie aanvulling dan wendt hjj zich geheel om naar den Comp. Ct. en maakt de beweging van tasch vullen, enz. enz. Na eenige oefening zit het boven voorgestelde er muurvast in (evenzeer als de tot heden reeds bestaande teekens) en behoeft er ook op het oefeningsveld heel wat minder heen- en weer geloopen en geschreeuwd te worden. 1) Het uit gebogen houding strekken van den arm bcteekent een leweging naar dien kant.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 520