524
grooten weg Bandoeng Tjikalong
Darangdan Poerwakarta en den
daarmede ongeveer evenwijdig loo
penden spoorweg tegen de flank
onzer hoofdmacht op te treden, op
do meest krachtige wijze te beletten,
daarbij gebruik makende van de
hindernis, gevormd door de langs de
grens stroomende Tji Somang en
Tji Taroem De gewone en spoorbrug
over de Tji Somang, zoomede het
veer bij Paroengkalong zijn door
afdeelingen dezer brigade bezet.
2. De verkennende cavalerie, drie
pelotons van C. 2, begeeft zich op
den vijandelijken oever en gaat met
haar gros niet verder dan Sasalc-
saat; zij bericht nadering van Zuide
lijke troepen tot de gewone en
spoorbrug over de Tji Somang, hare
sterkte en samenstelling. Vernie
lingen, ook van den spoorweg, om
'svijands nadering te vertragen, zijn
geoorloofd. Zij zorgt, ook door mid
del van de langs den spoorweg
loopende telegraaflijn, met mij in
gemeenschap te blijven, waartoe 3
telegrafisten ter beschikking van den
commandant gesteld worden. Zij
blijft ook 's nachts op den vijande-
1 ij ken oever, doch zorgt niet af
gesneden te worden.
Twee officierspatrouilles worden
uitgezondenéén in de richting
Bandoeng en één in de richting Batoe
Djadjar en verder Zuidwaarts, om zoo
spoedig mogelijk voeling met den
vijand te krijgen en omtrent dezen te
berichten.
3. Er worden twee vakken ge
vormd, waartusschen de grens loopt
van hoogtepunt 300 (200 M. ten
Oosten van Tjiserang) over hoogte
punt 320 (Pr. Bajoe). In het lin
kervak: 2 comp. van Inf. VI met
2 ruiters der cavalerie; in het rechter-
vak: 1 comp. van Inf. VIII met 5
ruiters der cavalerie, w. o. een gegra
dueerde. De hier bedoelde ruiters
worden gegeven door het peloton van
C. 2, dat niet op verkenning gaat.