526 SchriftelijK aan de commandanten dor bataljons, der mitr. comp., dor cavalerie, der veldartillerie, der ge nietroepen, van het telegraafdetache- ment, aan den intendant en den chefarts. dance geschieden. Ifoofdverstrck- kingsplaats: H. Palered. Tijdstip, waarop het benoodigde door de verplegingsoffieieren in ontvangst kan worden genomen eiken dag, te 6 u. v. m. Een officier van A. II. veld treedt op als verplegingsofficier voor de veldartillerie, de cavalerie, de genie troepen en het telegraafdetachemeut de verplegingsofficier van Inf. Xll ontvangt de verpleging voor de miti. comp. 8. De Chefarts zoekt een paar huizen nabij II. Palered, geschikt voor ziekenverblijf. 9. Naarmate zij aankomen, zul len de commandanten der bataljons, dor mitrailleurcompagnie en der artil lerie zich dadelijk begeven naar Darangdan, alwaar zij zich bij mij zullen melden tot eene nadere ver kenning van het terrein nabij beido bruggen. Het achter blijvende peloton cav. gaat eveneens dadelijk naar Da rangdan om als escorte te dienen. Overigens verblijf van den Brigade commandant nabij II. Palered Heden te 6 u n. m. bevelen halen. De Brigadecommandant, M. Kolonel. Tot toelichting nog het volgende: Het is noodzakelijk, dat punt 6 met het daarbij behoorende oleaat reeds den vongen dag aan de kwartiermakers der korpsen wordt uitgegeven waar oe de Brigadecommandant een der officieren uit zijne omgeving bijtijds naar Palered gezonden heeft om de verdeeling der troepen over de aangegeven kampongs te regelen. Is een en ander naar behooren „eschied, dan kan de oudste kapitein, c. q. luitenant, van elk korps, door de Kwartiermakers voorgelicht, voor de huisvesting, enz. der troepen z rgen, terwijl, ingevolge punt 9, de korpscommandanten dadelijk na aankomst naar Darangdan rijden. De inrichting van de bureau*dor ±&SC°mmanadaften W°f overSeIaten aan den adjudant-onderofficier vaandeldrager; dat van den artillerie-commandant ingericht door den aanwijsT11' Brigadecommandant daarvoor bv. zijn adjudant Uit het hier behandelde geval blijkt alweer, hoe practiseh het is, als waar «kT manschaPPender cavalerie telegrafeeren kunnen. Hier, waar stilzwijgend aangenomen is, dat niemand van de cavalerie het kan,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 540