533 verscheidenheid in de commando's bij de verschillende compag nieën, bataljons en regimenten. Wanneer de aanvoerders maar steeds dezelfde zijn, is dit zoo'n groot bezwaar niet. Maar bij veel vuldige wisselingen in officieren, onderofficieren en manschappen zal het een heel groot bezwaar blijken te zijn, vooral, wanneer zulke wisselingen bij mobilisatie, kort vóór den strijd, plaatshebben. Hieronder volgt eene bespreking van hetgeen het eerste deel van het J. R. over het voeren van het gevecht geeft. Gebruik der gesloten orde in het gevecht. J. R., I, 72, laatste alinea, zegt, dat de gesloten orde ook in de voorste gevechtslinie gebruikt wordt, om in het beslissende gevecht de kracht van de vereenigde troepen te vergrooten- Gelet op het vele goede, dat het J. R. bevat, is het moeilijk te begrijpen, hoe men zich in Japan een dergelijk gebruik van gesloten vormen voorstelt. Is het de bedoeling door het inzetten van versche krachten de uitgeputte tirailleurlinie tot hernieuwd voorwaarts gaan te brengen, of moet hier verband gezocht worden met het eenige malen optreden van gesloten afdeelingen in den oorlog, zooals de beroemde bajonetaanval van het IIIde bataljon van het llde Oostsiberische Scherpschuttersregiment bij Hamatan op 1 Mei 1904 i)? Om de tirailleurlinie tot hernieuwd voorwaarts gaan te bren gen, is de gesloten orde werkelijk niet noodig; onwillekeurig denkt men hier aan de wijze, waarop het Pr. R. zich de uit voe ling van den beslissenden aanval denkt, eene wijze, welke ons geeft „een zonderling mengelmoes van moderne vuurtactiek „en ouderwetsche helden tactiek, zij het ook, dat deze laatste in een ietwat nieuw gewaad is gestoken 2)." En nu spreekt Fr. R., 263, nog niet eens van gesloten formaties, doch van „les formations les plus souples et les moins vulnérables." Evolutiën in gesloten orde gevechtsexercitiên s). De gesloten afdeelingen eener gevechtsorde kunnen genood zaakt worden, zich in de eene of andere richting snel te ont- 1) Von Tettau. Achtzehn Monate mit Ruszlands Heeren in der Mandchurei I blz. 95 e. t. 2) Jhr. G. A. A. Al ting von Geusau. Tactische beschouwingen over Infanterie-Re- glementen. Krijgswetenschap 1905 1906, blz. 290 e v. 3> Zie ook blz. <60 e. v.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 553