543
zwak oogenblik bij de tegenpartij gebruik maken om hem uit
te voeren, dat zij daarbij steeds het voorbeeld moeten geven
zelfs verlangt I, 203, dat het vaandel met de laatste, nog
voorhanden afdeelingen van het regiment den stormaanval
medemaakt, eene bepaling, welke in het J. O. R. niet voorkomt.
Zelfs in aanmerking genomen de gebeurtenissen van den
Boerenoorlog, lijkt mij de redactie van N. I. R., II, 336, voor
wat betreft den stormaanval, niet gelukkig. Dat in Zuid-Afrika
stormaanvallen nooit zouden zijn voorgekomen, is niet juist:
zoowel het gevecht bij Dundee (20 Oct. 1899) J), als dat bij
Elandslaagte (21 Oct. 1899) 2), eindigde met een door de En-
gelschen met goed gevolg uitgevoerden stormaanval. Dat de
latere gevechten geheel anders eindigden, is gemakkelijk te
verklarende Boeren hadden geen bajonet en geen offensieven
geest, terwijl de aanvallen der Engelschen zoo slecht door artillerie-
en infanterievuur voorbereid waren, dat zij onvermijdelijk moesten
mislukken, of zij gingen gepaard met eene omtrekking, als ge
volg waarvan de Boeren bijtijds teruggingen, zonder den aanval
af te wachten.
„Zelfs de laatste stap naar de vijandelijke stelling zal het
„resultaat moeten zijn van een verkregen vuuroverwicht", op
deze reeds vroeger aangehaalde uitspraak valt volstrekt niets af
te dingen, doch het mag niet vergeten worden, dat het vuur
overwicht niet uitsluitend door materiëele middelen verkregen
wordt. Ook hier zijn moreele factoren van grooten invloed.
Onder die factoren behoort de indruk, dien het langzaam, maar
zeker terreinwinnen door den aanvaller op den verdediger
maakt, en de invloed daarvan wordt grooter, naarmate de af
stand tusschen beide partijen kleiner wordt. Omgekeerd wordt
het moreel van den aanvaller op eene zware proef gesteld, om
dat hij, tegen het vuur van den verdediger in, vooruit moet en
er mag dus niets verzuimd worden, om het élan erin te houden,
hem als het ware blind te maken voor hetgeen gebeurt in zijn
nabijheid. Zoo wordt het begrijpelijk, dat in de periode, waarin
de moreele spanning aan beide zijden het grootst wordt, men zich
niet vergenoegt met het versterken van de materiëele middelen,
1) Mil. Spectator 1904, blz. 174.
2) ld., blz. 260.