556
objectief zijn geplaatst en het derde zich bevindt achter (beneden)
het objectief en vóór het oculair (zie fig. 23).
Het eerste prisma 79 is in het bovenste, draaibare gedeelte
van den panoramakijker bevestigd; het is een totaal terugkaatsend
prisma, waarvan het schuine vlak als spiegel werkt op de wijze
als in fig. 20 is aangegeven. De van het object AB op dit
reflexieprisma 79 vallende lichtstralen worden dus over een rechten
hoek naar beneden omgebogen, terwijl hun volgorde in den
bundel door de spiegeling wordt omgekeerd.
De stralen treffen nu het bovenste, schuine vlak van het
omkeeringsprisma 80 en worden gebroken naar het grootste,
verticale vlak van dit prisma; hier vallen zij onder hoeken
in, die grooter zijn dan de grenshoek en worden dus totaal
teruggekaatst naar het onderste schuine vlak. Door de spiege
ling is de volgorde der stralen andermaal omgekeerd, zoodat
zij na breking door het schuine vlak in hun oorspronkelijke
volgorde op het objectief V van den astronomischen kijker
invallen.
Dit objectief zoude nu een omgekeerd beeld vormen als de
lichtstralen niet vóór dien tijd het dakvormig prisma 82 troffen
dit prisma buigt de lichtstralen onder een rechten hoek om,
verwisselt boven en onder met elkaar, en door zijn dakvormig
vlak tevens links en rechts (fig. 24 en 22), waarbij de stralen
een kleine zijdelingsche verplaatsing ondergaan.
Zoodoende ontstaat een scherp reëel beeld van het object
ter hoogte van het diaphragma met richtkruis, en wel in een
stand overeenkomstig de werkelijkheid.
Dit beeld wordt tegelijk met het richtkruis door het oculair
van den astronomischen kijker bekeken, dat als loupe werkt
en van het objectief beeld een vergroot virtueel beeld vormt
op den afstand van duidelijk zien.
Wordt het reflexieprisma 79 om een zekeren hoek gedraaid,
dan zou, als de andere prisma's niet van stand veranderden, het
beeld om een even grooten hoek draaien. Heeft men bv. voorde
richting op achterwaarts gelegen punten het prisma 79 over 180°
gedraaid, dan zal het beeld eveneens 180° gedraaid zijn, zoodat
in het beeld boven is wat in het object onder is; wordt 79
over 90° gedraaid om op zijwaarts gelegen voorwerpen te kunnen