- 45
van een eenvoudig mechanisme aan het geveer tot behoud van
zelfbeheersching.
Intusschen werd de Heer R. opgewekt tot bestudeering van
dat vraagstuk en diens uitvinding schijnt schrijver toe een vol
maakte veiligheidsinrichting op het oefeningsterrein, volmaakter
dan de tegenwoordige pal, die dan zou kunnen vervallen.
Deze uitvinding voldoet technisch aan de eischen door den
heer L. gesteld, doch schrijver is een tegenstander van het aan
brengen van dit mechanisme in ons (bedoeld wordt het Neder-
landsche) geweer, wanneer de nieuwe schietopleiding niet wordt
aanvaard.
Wat echter betreft het aanbrengen in het Indische geweer,
dat zoo dikwijls gebruikt moet worden, plotseling, op zeer korte
afstanden dus bij het stooten op hinderlagen bijv. zou schrij
ver de soldaten, die voldoende bedreven zijn in de schietopleiding
volgens den juist-snellen aanslag, een geweer met dit mecha
nisme in handen willen geven x).
Aangaande de 2e brochure van den heer L. merkt schrijver
op, dat L. het antwoord op de vraag „welke methode dan"
niet gegeven heeft, gezwegen nog van het feit, dat hij noch de
onbruikbaarheid op het geveclitsveld van de nieuwe methode,
noch de grootere bruikbaarheid aldaar, van de oude methode
bewezen heeft 2).
Of de schietopleiding volgens het principe van den juist-
snellen aanslag behouden zal blijven bij het Nederlandsche leger,
betwijfelt de heer v. d. B. zeer.
Alvorens echter terug te gaan tot de oude methode, die nog
nimmer in eenig gevecht van belang resultaten opleverde, welke
maar eenigszins nabij kwamen aan de op het schietterrein ver
kregen uitkomsten, zou het naar schrijvers meening aanbeveling
verdienen nauwgezet na te gaan of de personen, die belast waren
1) Neen, geen bijzondere inrichtingen aan het geweer, die den man óf het vertrouwen
in zijn wapen kunnen ontnemen óf het geweer verzwakken, maar met toewijdingbe
langstelling en grondige kennis de niuewe methode onderwijzendat zal ons goede resul
taten leveren voor het oorlogsvuur onzer Infanterie. I. M. T. no. 7 van 1909 blz. 774.
2) (Mijns inziens vergt de heer v. d. B. hier het onmogelijke van den heer L. waut
evenals het geveclitsveld heeft uitgewezen, dat de oude methode niet deugdelijk is, zal
ook alleen liet gevechtsveld kunnen uitwijzen of de nieuwe methode aan onze verwachtingen
voldoet).
