563
jon uiteen en de Overste Bartlo werd door zijn eigen volk ver
moord. De Commandant van het fort Lodewijk, die te beschik
ken had over eene bezetting van 700 man en 100 stukken
geschut, werd door zijne manschappen (Madoereezen) tot de
overgave gedwongen. De rest der bezetting van Soerabaja,
een legioen Madoereezen en Javanen, dat onder bevel stond van
bovenvermelden regent van Pamakassan, Overste in gouver
nementsdienst, die steeds als goed vazal had gehandeld en als
belooning daarvoor talrijke malen was onderscheiden, toonde
zich bovendien vijandig. Hoog had deze Commandant opgege
ven van zijne plannen om Soerabaja te helpen verdedigen, doch
na ontvangst van het bericht zijns vaders, verwijderde hij zich
's nachts heimelijk om zich bij de Engelschen te kunnen aan
sluiten en de intocht als overwinnaar mee te maken. De regent
van Bangkalan liet den Heer Reep, drost aldaar, ontbieden,
vastbinden en met de nog aanwezige gouvernementsdienaren
en soldaten geboeid aan boord der Engelsche schepen brengen,
's Nachts liet hij het hospitaal te Mengari afloopen, de woningen
verbranden en de zieken als varkens aan staken naar de Engel
schen vervoeren. Dokter Lijnacker werd 12 paal ver bloots
hoofds in de brandende zon vervoerd en toen hij verzocht om
een hoed te mogen opzetten, werd hem een koek van gedroogde
buffeldrek op het hoofd geplakt.
De regent van Soerabaja wilde in 1811 bij de tijding van de
komst der Engelschen, dat de Hollandsche inwoners der stad,
die bij hem kwamen, zouden hurken als gewone Javanen; zijn
geheele gedrag was daaraan evenredig.
De regent van Sidajoe, een halfbroer van den regent van Bang
kalan, regelde zich „natuurlijk" in alles naar zijn ouderen broer.
De regent van Lamongan, die zich steeds een groot vriend
der Hollanders had getoond, zelfs een album bezat, waarin hij
ieder Hollander zijn naam liet schrijven, zou op last van den
drost te Soerabaja de archiefstukken opbewaren, die onder ge
leide van de beambten Lapre en Berkholst werden opgezonden.
In de beste vriendschap verbleven deze personen gedurende
enkele dagen in de woning van den regent, doch toen bericht
kwam, dat de Engelschen Sidajoe naderden, deed hij genoemde
heeren binden en hen met archief, enz. aan den vijand overleveren.