Ouer den geest Don het Europeesche element in ons leger. Ieder onzer die eenigen tijd bij eene Europeesche compagnie diende zal zich met verwondering afvragen: hoe is 't mogelijk dat, over het geheel genomen, de geest zoo slecht is, ondanks de vele moeite en kosten die het legerbestuur sedert jaren besteedt? Inderdaad, als we denken aan de verbeteringen van menage, soldij, verblijf, cantine, behandeling, enz. enz., dan moet het be paald bevreemding wekken dat onze Europeesche, speciaal Hol- landsche, militair toch nog zoo geneigd is tot mopperen. Waaraan is dit toe te schrijven M. i. aan twee zaken, t. w. het nalaten of de onvoldoende op voeding van den geest en aan het niet of onvoldoende afscheiden of verwijderen van de ongeschikte elementen. De Europeaan, die zich als „Koloniaal" verbindt, is in den regel wat men in den volksmond noemt: een gesjochte jongen. Sommigen teekenen „met een dollen kop", anderen omdat ze al of niet zonder reden werkeloos zijn, weer anderen worden aan gelokt door het hooge handgeld en zeer zeker maar heel wei nigen uit ambitie voor den militairen stand en belangstelling in de Koloniën. Door de weinige kennis, die de Hollander in het algemeen en de Hollandscbe werkmansstand of klein-burgerij in het bijzon der heeft van het goede en mooie dat onze Oost inhoudt, is dit „teekenen" voor het gros een soort sprong in het duister, waar toe het natuurlijk niet dan nood-gedrongen overgaat. Al is 't dan niet meer zoo erg als vroeger, toen men in de familie zoo'n lid als verloren of dood beschouwde, ook heden nog gaat de Hollandsche jongen alleen als hij absoluut geen anderen uitweg meer weet naar de Oost.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 585