566 Zoo iemand is als ieder ander min of meer een product van zijne omgeving. Met den grooten invloed die de sociaal democratie juist in die wereld heeft is het volstrekt niet te verwonderen, dat die leerstellingen meer of minder duidelijk in hem wonen. Het is bekend, dat die stellingen in den regel een geest van ontevredenheid met de bestaande toestanden vestigen, het leger en speciaal de officieren als steunpilaren daarvan ongeveer met dezelfde oogen worden aangezien als „de geldmannen, de ver achte bourgoisie, de verdrukkers van het Volk." Al worden deze gevoelens bij aankomst in de koloniën door het vele nieuwe en niet het minst door het totale gemis van den zwaren druk van den bestaansstrijd tijdelijk op den achter grond gedrongen, bij velen blijven ze sluimeren. Hebben die velen zich dan wat ingeleefd en dat gebeurt heel gauw, immers niets went zoo makkelijk als verbetering dan komt al heel gauw de oude aard boven, tenzij het Legerbe stuur tijdig voor het te kort aan geestelijke opvoeding zorg draagt. Het is bepaald teleurstellend te zien hoe onverschillig men in het militaire in het algemeen dit belangrijkst deel der geheele opleiding behandelt, ondanks de bepalingen vervat in de punten 4, 5, 11, 12, 26 en 54 van den Leidraad voor opleiding en oefe ning der Infanterie. Het handwerk wordt den soldaat tot in het futiele ingeprent, maar zijn geest blijft als een braakliggenden akker, waarop dan, mede door den invloed der tropen, maar vooral door die der slechte elementen, het onkruid alras welig opschiet. Van zijn vrijen tijd, die, althans op Java, nog al ruim wordt toegemeten, weet het gros geen goed gebruik te maken. Omdat hun geestelijke ontwikkeling zeer laag staat, gevoelen ze geen behoefte door studie of het lezen van nuttige boeken op de hoogte te komen van 't geen om hen heen gebeurt Zij blijven in hun eng kringetje van: door de kampong slenteren, in de cantine bier en jenever drinken, op hun bed een stuiversroman of an dere draak genieten en bij elkaar zitten „kankeren". Is het wonder, dat ze te velde, naar men beweert, te weinig energie weten te ontwikkelen, zich al gauw laten zakken en later, teruggekeerd in Europa en de kracht missend aan den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 586