- 573 verkenning, die bij een manoeuvre tus9chen Meester-Cornelis en Kebajoran werd uitgevoerd door een afdeeling bestaande uit cavalerie en militaire wielrijders, ontstak een officier van het rui- terwapen zoodanig in woede over de, zooals hij meende, misken ning van de diensten van zijn wapen door den commandant der mil. wielrijders die, als oudste, commandant dier verkennings patrouille was, dat hij aan laatstgenoemden vroeg om te mogen teruggaan, d.aar hij toch blijkbaar geen diensten kon presteeren en zijn wapen bij de eigenlijke verkenning zijns inziens werd achtergesteld bij de wielrijders. Tot zulke dwaze dingen kan men komen bij het niet toepassen der tactische regels. De door mij reeds genoemde Majoor Gérard zegt o. a. naar aanleiding van den militairen wielrijder als infanterist in de in leiding van zijn „Consequences tactiques de la création de l'In- fanterie Cycliste" het volgende: „a travers champs, a-t-on dit, Tinfanterie cycliste n'est que de Tinfanterie ordinaire. Mais c'est la justement sa plus grande qualité: Etre de Tin fanterie sans impedimenta de chevaux, de voitures ou de machi nes derrière elle; infanterie pouvant passer partout, utilisant le terrain, se faufilant le long des haies, dans les ravins, péné- trant sous bois; infanterie enfin aussi libre de ses mouvemen ts et de sa manoeuvre que n'importe quelle autre". Op een andere plaats zegt dezelfde schrijver, waar hij eene vergelijking tusschen cavalerie en militaire wielrijders bespreekt „Nous ne pouvons pas nous comparer les uns aux autres. Notre force, a nous autres fantasins cyclistes, réside dans le feu et la vitesse; la leur (la cavalerie) est tout-entière dans la mo- bilité et le choc. Notre arme c'est notre fusil et non notre monture; la leur est au contraire leur monture et non leur carabine. Chaque fois done, que nous associérons nos qualités spéciales, nous ferons de grandes choses, Ik zal het bij deze aanhalingen laten; ze geven duidelijk ge noeg aan, hoe Gérard, de onvermoeide strijder voor de invoe ring van den wielrijder in het Fransche leger, denkt over zijn wapen. Maar niet alleen in Frankrijk beschouwt men den militairen wielrijder als een bereden infanterist; ook in het standaardwerk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 593