593 senkomend met 0.09 van bijlage B, terwijl volgens bijlage II van het A. S. V. deze verheffing normaal 0.11 M. bedraagt. Zoo werd onlangs een geweer ter korrelverplaatsing aange boden, dat, behalve een zijdelingsche afwijking, een middelste trefpunt gaf gelegen op 10.8 c.M. boven den onderkant van de kruisschijf No. 2. De opgave aan den geweermaker luidde dus volgens S. V.: de korrel moet (10.8—9.4): 0.75 X0.1 m. M. 0.2 m. M. hooger, m. a. w. verwisseld worden, terwijl in werkelijkheid het geweer (11 10,8) c. M. 0.2 c.M. te laag, dus zeer juist schoot. Waar dit geval wel niet op zichzelf zal staan, kwam het mij niet ongewenscht voor hierop de aandacht te vestigen. Wat betreft de opmerkingen ad b kan ik, in aansluiting aan het bovenstaande, korter zijn. Hier geldt m. i. hetzelfde, dat n. 1. de juiste beoordeeling niet oogenblikkelijk op het schietterrein behoeft te geschieden, zoo dat berekening zeer goed mogelijk is, waardoor ingewikkeld gegoochel met staatjes omtrent windsnelheid, vermeerdering of vermindering van dracht door hoogte- of temperatuursver schillen niet uit het hoofd of oogenblikkelijk behoeft plaats te hebben. Zooals ik in het begin van mijn betoog zeide, valt bovendien nog te twijfelen aan de juistheid van sommige gegevens, vooral wanneer een beslist foutieve toelichting op het ontstaan dier gegevens volgt. Ik heb hier het oog op de gegevens van 14, waarmee men niet alleen rekening dient te houden bij de be oordeeling der schietuitkomsten, bedoeld sub b van de Inleiding A. S. V., maar die b. v ook als basis gediend hebben bij een in Juli 1908 van den Chef van het Wapen der Infanterie af komstige opdracht om, bedoeld staatje van 14 als grondslag nemend, door uitkomsten op het schietterrein te trachten fac toren vast te stellen voor de volgende invloedenden volgens de tegenwoordige schietopleiding verkorten tijd; de verzwaring door moeilijk zichtbare doelen; de gevolgen van een vooraf- gaanden looppas e. d. g., omtrent welke factoren ons het A. S. Y. ook nog geheel in het onzekere laat. Nu evenwel de: toelichting op 14. Voorop ga de voor mij nog open vraag (zie boven) omtrent I. M. T. lt 10. 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 613