600
moment werkt op de stabiliteit van het geschut bij het schot in, dat wil
zeggen, het veroorzaakt bij het schot geen opspringen van de raden,
maar in punt A een raddruk, en wordt daarom stabiliteitsmoment genoemd.
Zal het geschut niet opspringen, dan moet het stabiliteitsmoment groo-
ter zijn dan het kippmoment. Daarom moet het gewicht G en de hef-
boomsarm s zoo groot mogelijk, de remweerstand W en de hefboomsarm
Jc daarentegen zoo klein mogelijk zijn.
Bij het vervaardigen van geschut is men wat betreft het gewicht, de
lengte van de affuit en de vuurhoogte aan grenzen gebonden; daarom
blijft alleen de remweerstand over, welke zeer verschillend kan genomen
worden De grootte daarvan is daarom de voornaamste factor, welke men
in rekening kan brengen om het opspringen van het geschut en de nadee
lige invloed van het schot op de affuit zoo gering mogelijk te doen zijn
Hoe kleiner de remweerstand, noodig voor het opheffen van eene
bepaalde terugloopenergie, des te grooter moet de terugloopweg zijn,
omdat volgens de wetten van de mechanica Arbeid Kracht X Weg
(WVx). Daarom streeft men bij vlakbaangeschut, waarmee naar ver
houding met kleine elevaties wordt gevuurd, waar dus voldoende ruimte
voor den terugloop aanwezig is, naar een langen terugloop.
Bij krombaangeschut gaat dat niet zoo gemakkelijk; hier is men ge
dwongen andere middelen aan te grijpen. Wil men den langen kanon
terugloop behouden, dan zou de vuurhoogte moeten worden vergroot,
hitgeen in het algemeen niet voordeelig is, daar dan ook de hefbooms-
arm Jc grooter wordt. Krupp behelpt zich zoodanig, dat hij de as van
de kanontappen S aan de bovenaffuit zoover mogelijk naar achteren
verlegt ('zooals in de figuur), zoodat bij het geven van elevatie het
achtereinde van de rem vrijwel op dezelfde hoogte van den grond blijft,
als bij horizontaal kanon. Daardoor kan tenminste een vrij lange terug
loopweg verkregen worden, welke voor alle elevaties even lang blijft.
Ehrhardt past den terugloop met veranderlijke lengte toe, zou zelfs dat
bij horizontaal kanon de lange terugloop mogelijk is, welke korter wordt
naarmate de elevatie toeneemt en bij de grootste elevatie het kleinst is.
SJcoda past twee vuurhoogten toe; daartoe kan hij de asarmen zoodanig
instellen, dat bij kleine elevaties de kleinste vuurhoogte, bij groote
elevaties de grootste vuurhoogte kan worden toegepast, waardoor in beide
gevallen de lange terugloopweg kan behouden blijven. Er zijn nog
andere hulpmiddelen, zooals b. v. de verhooging van het kanon ten op
zichte van de bovenaffuit doormiddel van eene elevatiestaDg (systeem
Krupp), waarop echter hier niet verder wordt ingegaan. Beschouwen we
nu weer het vooruitloopgeschut.-
In de figuur is het geschut op het moment van afvuren voorgesteld.
Maakt men de grijpinrichting, waarmede het kanon wordt tegengehouden,
los, dan moet dit tengevolge van de werking van de gespannen voor-
brengveer naar voren loopen met eene snelheid a, die steeds grooter
wordt, tot dat deze op het eind van den vooruitloop, dat is op het mo
ment dat het schot afgaat, hare grootste waarde bereikt.
Zonder dezen vooruitloop zoude het kanon op dat moment zijne groot
ste terugloopsnelheid b verkrijgen
Nu is dus de terugloopsnelheid gelijk aan ba, dus bij overigens
gelijke ballistische gegevens, veel geringer, zoodat ook eene veel ge
ringere terugloopenergie op te heffen is.